Jonathan Wilson

Van North Carolina naar de Ziggo Dome

Muzieknieuws 22-08-2018 15:54

In Musicmaker 458 staat een uitgebreid interview met Jonathan Wilson, die afgelopen juni als bandlid van Roger Waters maarliefst vier keer in de Ziggo Dome stond. Hoe schopte deze jongen uit North Carolina het tot bandlid van een van ’s werelds grootste levende rockiconen en welke rol speelde zijn afkomst daarbij?

fotografie: Bert Treep

Hoe kwam je bij Roger Waters terecht?
‘Dat gebeurde via onze wederzijdse vriend Nigel Godrich [producer van onder meer Radiohead, red.]. We gingen op zoek naar een geluid dat Pink Floyd-fans niet te veel zou teleurstellen, maar tegelijkertijd duidelijk iets anders was. Vooral voor mij als gitarist was dat een mooie uitdaging. Als je op een Stratocaster noten gaat benden met veel reverb of delay, loop je natuurlijk al snel het gevaar dat je als David Gilmour gaat klinken. Dus zocht ik het in een andere aanpak. Meer functionele doch onorthodoxe gitaarlijnen. Minder bluesy, maar bijvoorbeeld met veel fuzz. Dat - en zingen - is wat ik nu dan ook voornamelijk doe in Rogers show. Er zit een andere gitarist bij die de klassieke Floyd-solo’s noot voor noot kan reproduceren. Of het moeilijk werken is met Roger? Ik ben me ervan bewust dat hij een reputatie heeft, maar ik heb daar nog niet veel van gemerkt. Er heerst een heel fijne sfeer op tour!’

 

Je bent opgegroeid in North Carolina. Hoe heeft dat je muzikale ontwikkeling beïnvloed?
‘Die regionen zijn de bakermat van de bluegrass. Dat is een genre dat om veel technische kundigheid vraagt. Op elke straathoek staat er bij wijze van spreken een banjo- of mandolinespeler die je met zijn instrument alle hoeken van de kamer laat zien. Toen ik een jaartje of zes was en begon met muziek maken, wist ik niet beter dan dat je kneitergoed moest zijn op je instrument. Dat was gewoon een gegeven, het hoorde erbij. Gelukkig speelde mijn vader - en nog steeds - in een rockbandje. De muziek die hij maakte en luisterde, voornamelijk rock classics uit de jaren zestig en zeventig, heeft mij ook heel erg beïnvloed. Daardoor heb ik me niet alleen maar toegelegd op het shredden van duizend noten per minuut op de banjo, haha.’

Je opa was predikant. Heeft dat je ook muzikaal beïnvloed?
‘Jazeker! In zijn kerk stonden een piano en een enorm kerkorgel waar ik als kind veel op speelde. De muziek die ik uit die instrumenten haalde, klonk in die ruimte groots en had iets magisch. Maar nog meer dan dat: veel mensen horen iets spiritueels in mijn muziek. Ik denk dat die combinatie - muziek en het gevoel dat er iets is dat ons als individuen transcendeert en verbindt - ontstaan is tijdens de diensten van mijn grootvader die ik als kind veel heb bijgewoond. Muziek was daarin altijd een belangrijk onderdeel.’

 

Het volledige interview met Jonathan Wilson lezen en heel veel andere interessante artikelen voor muzikanten doorspitten? Bestel Musicmaker #458, september 2018 (tot 20 september zonder verzendkosten én zonder verplichtingen) hier! 

 

 

zoeken
zoeken