Vorig jaar bracht Triggerfinger-frontman Ruben Block een solo-album uit en wij vonden het een van de beste platen van '22. Deze zomer tourt Ruben met zijn liveband langs de Nederlandse festivals - onder meer Mixtream Heerhugowaard op 27 augustus - en dit najaar doet hij Haarlem, Zwolle en Heerlen en Arnhem aan. Om in de sfeer te komen lees je hier het interview dat we eind '22 met hem hadden.
Klik op het pdf-logo om het interview te downloaden of lees het hieronder. Onder het interview vind je een Spotify playlist om meteen naar het album Looking To Glide te luisteren:
Tekst: Chris Dekker | Foto's Ruben: Anton Coene
Eind september verscheen het soloalbum Looking To Glide van Ruben Block. En wat voor een album! Het is divers, experimenteel, het knalt, schuurt en het laat een andere kant zien van de Triggerfinger-frontman, die het album opnam met Mitchell Froom.
Na bassist Monsieur Paul met onder meer Lowrider en drummer Mario Goossens met Sloper komt het derde Triggerfinger-lid met een soloproject. Ruben Block nam Looking To Gide op met producer Mitchell Froom in vier sessies in Santa Monica, LA – en thuis – en wat ons betreft is het een van de beste albums van 2022. Het is experimenteel, toch avontuurlijk, het vliegt uit de bocht, maar met genoeg rustpuntjes om even bij te komen. Aan Musicmaker vertelde hij hoe het album tot stand kwam, met een nieuwe werkwijze en gelukkige ongelukjes met een ‘sampler for dummies’ en geleende gitaren.
‘Er zijn altijd nummers die niet bij Triggerfinger passen’, trapt Ruben af, als we vragen over het “waarom” van Looking To Glide. ‘Soms zijn het heel toffe ideeën die blijven liggen, en er zit nog een andere songwriter in me dan degene die schrijft voor Triggerfinger. Ik bevind me in een luxe positie dat ik met zo’n ritmesectie mag spelen, maar ik merk soms ook dat ik echt voor de band schrijf in een soort voorgestemd kader. Zolang Triggerfinger veel speelde, was er geen reden voor een soloplaat, maar toen we besloten een keer een wat langere vakantie te nemen, leek het me een uitdaging om met andere mensen een ander soort muziek te maken. Ik wilde die nummers een kans geven.’
Niet te zot
In 2017 nam Triggerfinger al het album Colossus op met producer Mitchell Froom, die met onder meer Bob Dylan, Paul McCartney, Sheryl Crow en Rufus Wainwright werkte. Hoe is deze hernieuwde samenwerking met hem ontstaan?
‘Ik wilde een andere dynamiek, maar ik geloof hard in de interactie tussen muzikanten. Ik had het met Mitchell over solonummers en hij wilde graag meewerken. In 2018 ben ik voor de eerste keer tien dagen naar LA gegaan, waar hij zijn studio heeft, om te kijken wat er zou gebeuren en uiteindelijk ben ik in dat jaar en in 2019 twee keer voor een periode naar LA gegaan. Daarnaast heb ik thuis ook wel dingen opgenomen; toch even die goede gitaar pakken voor een andere kleur. Voor LA hadden we elkaar al een paar keer gesproken en hij zei: “Als je als muzikant uit een band een soloplaat maakt, dan moet je dat niet te zot maken met het idee van dat alles moet. Alles kan, maar je kan niet alle stijlen omvatten, dus je moet een bepaalde vibe of richting vinden.” Dat vond ik interessant. We zijn ontspannen, met een open vizier begonnen, en ik wist dat we fijn konden samenwerken. Ik had wat ideeën, Mitchell kwam met wat ritmetracks en omdat hij waanzinnig goed toetsen speelt, begon niet alles met een gitaar.’
‘’s Ochtends werkte ik vaak vanuit mijn Airbnb met een klein keyboardje, een paar pedalen en een geleende gitaar, die direct de computer in ging. Als je zonder al je mooie spullen speelt, moet je creatief worden. Ik gebruikte mijn telefoon, je hoort mijn grasmaaier op een track en ik zong bijvoorbeeld een rechte noot in op in een sampler en ik bewerkte die helemaal. Er hoefden niet per se gekke dingen in, maar het was interessant om met klanken en geluiden te werken. ’s Middags werkten we dan keihard in de studio en ‘s avonds deed ik vaak weer dingen in de Airbnb. De interactie tussen ons was zo belangrijk. Je weet niet altijd wanneer iets goed werkt, terwijl de ander dan opeens roep: “Ja dat. Wat je daar speelt, is goed!” Afgezien van een stuk live drums van Mario en een verknipte drumtrack van Michael Urbano, een drummer die nu bij Lindsey Buckingham speelt, is alles door Mitchell en mij gedaan. We kunnen elkaar echt inspireren.’
Wanneer wist je dat je op het goede spoor zat?
‘Een van de eerste songs was Doing Love, en dat was een soort doorbraak. Het heeft een minder voor de hand liggende songstructuur, maar we wisten gelijk dat het interessant was en dat maakte ons blij. Showtime begon akoestisch, maar kreeg uiteindelijk een interessanter jasje, zodat het meer bij de rest paste. Showtime was qua zang een eerste take, maar vaak hebben we lang aan songs gewerkt totdat ze goed waren. Niet alles ging van een leien dakje, maar ik heb weer vertrouwen gekregen in hard werken en je niet te snel te laten ontmoedigen. Soms blijf je zoeken, als je maar tot een resultaat komt.’
Ik voel de Amerikaanse sfeer wel in de plaat. Kan dat echt door de locatie komen?
‘Ik heb in LA weinig meer gedaan dan muziek maken, uit eten gaan en rondrijden. LA is echt een stad waar je doorheen moet rijden. Dat is niet ecologisch verantwoord, maar fantastisch. Ik liep er ook veel en op een dag kwam ik die auto onder een hoes tegen, die je terugvindt in het artwork. De albumtitel is een zin die eens ter sprake kwam tijdens de opnamen: this section is looking to glide into another one in a really cool way. Ik heb toen de song Looking To Glide gemaakt. Die auto stond passief te wachten om de wereld in te gaan en het is net als het leven: als mens probeer je zo aangenaam mogelijk door het leven te fietsen, ook al gaat dat niet altijd even gemakkelijk. De zin zag er schoon uit en klinkt schoon.’
Zijn de teksten anders dan je teksten voor Triggerfinger?
‘Ze komen uit hetzelfde hoofd, maar de muziek is anders, dus de bestemming voor de teksten ook. Zinnen die bijvoorbeeld wel zouden passen in een Triggerfinger-song bleken hier soms helemaal niet te werken. De iets avontuurlijkere aard van sommige arrangementen nodigde eveneens uit tot iets kleurrijkere formulering, alhoewel er ook een aantal helderdere uiteenzettingen bij zitten. Het blijft interessant om te zien hoe de woorden van een song niet op zichzelf staan maar afhankelijk zijn van de muziek waarin ze wonen.’
Toen ik las dat je met een soloalbum zou komen dacht ik: het kan van alles zijn. Van akoestisch roots tot blues tot.. Het blijkt echter een behoorlijk heftige plaat te zijn.
‘Er zijn iets hardere nummers, maar zeker ook zachtere. Een rootsalbum had zeker gekund, dat is leuk, voor de hand liggend en het kan altijd nog een keer. Ik dacht nu: let’s stretch the canvas. Na de eerste sessie in LA was duidelijk dat er meer in zat dan een akoestisch rootsalbum.’
Bij het luisteren dacht ik onder meer aan Jack White, maar het klinkt toch ook weer echt als jij, maar weer zeker niet als Triggerfinger.
‘Ik weet dat mijn stevige mid-register met borststem in de band goed werkt. Zeker met de sterke ritmesectie. Ik vond het nu interessant om te proberen in andere registers te zingen, waarin ik minder potig ben en waarin ik mijn weg nog moet zoeken. Awake is veel lager en That’s Just The Way zong ik om drie uur ‘s nachts in; een tijdstip waarop je niet kan staan gillen. Het is fragiel, ik vind het eigenlijk wel cool en die fragiliteit pas bij de dansende bas en het ritme. We hebben het dus zo gelaten.’
Je hebt het al een paar keer gehad over het live brengen van de muziek. Gaat dat gebeuren?
‘We zijn zelfs al aan het spelen, en in oktober is de clubtour begonnen. Mario speelt daarbij ook drums, maar de muziek vraagt toch om een andere benadering dan wat hij bij Triggerfinger doet, doordat de ritmepartijen eerder in mekaar geknutseld zijn dan live gespeeld. Lies Lorquet van Mintzkov speelt bas en ze zingt, Gilles Vandecaveye-Pinoy van Peenoise speelt keys en Geoffrey Burton gitaar. De toetsen zijn echt nodig, want er staan aardig wat synths op de plaat. Sowieso is het te gek om te zien hoe nummers live weer een eigen leven gaan leiden.’
En dan tot slot de hamvraag: Zien we Triggerfinger terug?
‘We hebben deze zomer nog wat concerten gedaan in België en Frankrijk en we gaan zeker weer nieuwe dingen maken.’
Over de Spullen
‘Een van dé gitaren is een oude akoestische Paramount die ik in LA kocht in een klein winkeltje. De eigenaar zoekt oude, ‘goedkope’ akoestische gitaartjes waarbij hij de brug vervangt door een houten balkje met een laagje rubber er omheen waardoor de gitaar een veel korter apart geluid krijgt. Hij heeft een magnetisch element en een contactmicrofoon op het bovenblad en beide hebben een eigen uitgang. Het klinkt heel goed met effecten en ik prikte hem vaak rechtstreeks in de computer. That’s Just The Way had eerst een heel ander arrangement, dat beviel niet, dus we begonnen van nul. Met deze gitaar vond ik opeens de sound. Ik heb de basmelodie gespeeld en die een octaaf verlaagd en dat klinkt waanzinnig. Door beperking kom je soms tot toffe dingen. Verder gebruikte ik thuis een sixties Fender Jaguar, die Geoffrey nu gebruikt. Ik kocht hem van Sarah Lipstate, die nu bij Iggy Pop speelt. En ik heb nog een vage gitaar uit de jaren zestig, met een zeer eigen klank. Ik heb geen idee wat voor merk het is.’
‘Die sampler waar ik het eerder over had, is een Kaleidoloop van Critter & Guitari. Ik noem dat een ‘sampler for dummies’. Ik kreeg hem van Mitchell en het is een super cool ding. Je sluit er een gitaar, telefoon of microfoon op aan en met één knop verander je de pitch omhoog of omlaag, en het is perfect voor mij. In het verleden gebruikte ik ook al regelmatig andere instrumenten in de studio, maar was de gitaar toch meestal het vertrekpunt. Nu was het in veel gevallen omgekeerd.’
Check de tourdates op rubenblock.net