Bijkletsen met Barry Hay

Over het nieuwe album, het leven en muziek

Muzieknieuws 13-11-2019 13:32

Golden Earring-zanger en Neerlands meest bonafide rockster Barry Hay en JB Meijers, producer en onder meer gitarist van The Common Linnets, ontmoetten elkaar tijdens de opnames van een tv-programma. Het klikte zo goed dat ze besloten om samen een album op te nemen. De eerste vrucht van hun vriendschap heet For You Baby en wordt deze maand aan het grote publiek geopenbaard. Reden genoeg voor een babbel!

Foto: Barry tijdens Concert At Sea 2019 met zijn droomgitaar. (C) Bullet-Ray

Het is 9.00 uur ’s ochtends lokale tijd als Barry de telefoon opneemt in Curaçao. Is dat niet een beetje aan de vroege kant voor hem? ‘Nee, joh’, klinkt het resoluut. ‘Ik sta hier meestal rond 8.00 uur op. Soms ook wat vroeger, als ik de honden uit moet laten. We hebben acht chihuahua’s. Ja, lach maar, dat zijn toevallig hele mannelijke honden, hoor, haha. Supergoeie waakhonden ook. Er zitten er een paar bij… die zijn zo vals als de neten. We hebben een vrij nieuw huis en er zijn nog regelmatig wat kerels aan het werk. Dan moeten we de honden echt opsluiten, want die lui zijn doodsbang voor ze.’

Laat uw clichématige verwachtingen van een rockster-dagindeling dus maar varen. De agenda is ook nog eens gevuld met veel sportiviteit. ‘Ik doe drie keer in de week een soort van bootcamp met een personal trainer en daarnaast doe ik meestal ook nog twee keer een losse cardio-training. Ja, je móét wel op mijn leeftijd! Als ik soms leeftijdsgenoten zie, denk ik: wat heb jíj fout gedaan? Terwijl ik toch alles heb gedaan wat fout is. De rest van de Earring is trouwens ook ontzettend fanatiek met sport bezig. Behalve Cesar [Zuiderwijk, red.], die denkt nog steeds dat drummen een sport is.’



Rolling Thunder Revue
Aanleiding van dit alleraardigste gesprek is natuurlijk de nieuwe plaat die hij maakte met JB Meijers, For You Baby. Een ‘tribute-plaat’ met songs die een speciale betekenis voor Barry hebben. De plaat opent met het Bob Dylan-nummer If Not For You. Op Love Sweat, het coveralbum dat de Golden Earring in 1995 uitbracht, staan ook twee nummers van Dylan’s hand. Ontwaren we hier een voorliefde voor His Bobness? ‘Hij is toch wel een god op aarde. Ik zou ’m heel graag nog eens ontmoeten, maar ik ben ook bang dat ik dan als een slappe pudding naar de grond stort. Subterranean Homesick Blues was het eerste plaatje dat ik kocht en mijn favoriete album aller tijden is Blonde On Blonde.’

‘Die nieuwe documentaire van Martin Scorsese over hem, Rolling Thunder Revue… Fantastisch! Hij is in topvorm, hij scheldt en sneert, maar is “totally in command”. Dan kun je mij wegdragen, hoor. Zelfs mijn vrouw Sandra heeft nu het licht gezien. Ze vond Dylan altijd vreselijk, maar is door die documentaire eindelijk overstag. Ze zei: “Nu moet jij met mij nog een documentaire over U2 kijken. Dan ga jij die misschien ook goed vinden.” Nou, nee. Dat gaat niet door, schat.’

Waarom koos je voor deze specifieke nummers?
‘We hadden een behoorlijke lijst met songs. JB en ik gooiden wat over en weer en keken wat echt goed werkte. Sandra bracht ook een nummer in: Sweet Jane van The Velvet Underground. Ik kwam met een “Elvis”-trio, drie songs die met hem te maken hebben: Walking In Memphis van Marc Cohn, King’s Call van Phil Lynott en Blackstar. Dat laatste nummer is opgenomen door Elvis, maar nooit uitgebracht omdat zijn platenmaatschappij het te zwartgallig vond. David Bowie heeft die titel later hergebruikt voor zijn laatste album.’


Barry en JB: 'We zijn echt broertjes geworden' 

En het inzingen, hoe ging je dat af?
‘Een groot deel van de nummers zijn echt speciaal voor me. Ik koester ze, dus ik kende ze al goed. Daarbij koos JB ook specifiek voor toonsoorten die mij goed lagen, zodat ik nergens hoefde te knijpen. In een leunstoel heb ik alles ingezongen. Een nummer waar ik even wat moeite mee had, was Such A Night, door die typische timing van Dr. John. En ook I Hope I Never van Split Enz was tricky. We hebben uiteindelijk voor de eerste take gekozen. Ik heb daar een raspje in m’n stem, maar daardoor gaat ie juist door merg en been, vind ik.’

Ik hoor opvallend veel tropisch klinkende percussie op de plaat!
‘Ja, we hadden voor het gemak wat latin-percussie gebruikt in de demo’s. Maar dat klonk eigenlijk best wel lekker en ik dacht: waarom niet op elke track? Mensen vragen me al jaren of het wonen in de Caraïben mij ook muzikaal beïnvloed. “Nee, volgens mij niet”, zei ik dan altijd. Nu kan ik “ja” zeggen en zijn we van dat gezeik ook eindelijk af.’

Hoe was het opnameproces in vergelijking met dat van een Earring-plaat?
‘Dit ging zo veel makkelijker! Earring-platen zijn altijd een zware bevalling. Iedereen heeft een mening en alles moet door zo veel sluizen. JB’s studio is eigenlijk een grote huiskamer, volgepakt met instrumenten en apparatuur. Heel gemoedelijk hebben we samen alles op die plaat geplempt. JB is een meester en speelt zo veel instrumenten. Als ik mezelf hardop afvraag: “Hoe zou een harp klinken op die track?” Dan pakt JB een harp en staat het er een kwartier later op. Het was waanzinnig om zo samen te sparren. We werkten aan één stuk door en stopten alleen om te eten. Wanneer ik naar bed ging, had ik alweer zin in de volgende dag. Die lol en souplesse hoor je terug op de plaat.’

Dat klinkt alsof er een opvolger aan zit te komen…
‘We zijn inderdaad wel van plan om door te gaan met deze samenwerking. Het is gewoon leuk. We hangen bijna dagelijks aan de telefoon, we zijn echt broertjes geworden. Misschien maken we dan ook wel wat eigen nummers, daar was deze keer geen tijd voor.’



Wat is je grootste muzikale miskoop?
‘Ik vond de single Word Up van Cameo destijds een waanzinnig lekkere song, dus met torenhoge verwachtingen kocht ik het album. Dat was één grote deceptie. Afgezien van Word Up stond het vol met bagger! Tracks die klonken als hele slechte demo’s. Daar legde je toen toch nog behoorlijk wat guldens voor neer. En een van mijn allereerste gitaren was een enorme, Eko-achtige, akoestische gitaar, die leek op zo’n overdadig ding waarmee Elvis weleens speelde. Hij zag er geweldig uit! De snaren lagen echter een centimeter of anderhalf van de toets af, zodat mijn dunne kindervingertjes die tot bloedens toe moesten indrukken.’

Je staat met de Earring de laatste jaren consequent met een Gibson SG op het podium…
‘Dat is mijn droomgitaar. Als tiener ging ik naar muziekwinkel Gerritsen in Den Haag, alleen om urenlang te kijken naar precies zo’n crèmekleurige Gibson SG, die ik met mijn krantenwijkje natuurlijk nooit kon betalen. Toen ik bij mijn eerste professionele band kwam, The Haigs, werd van mij verwacht dat ik als slaggitarist op een Telecaster zou gaan spelen. Daar speelde Bruce Welch, de slaggitarist van The Shadows namelijk op en dat was dus dé slaggitaar. Maar een aantal jaren geleden kwam ik op eBay zo’n SG tegen uit ongeveer dezelfde tijd. Ik dacht: fuck it! En ik ben gaan bieden. Nu ben ik dus herenigd met mijn eerste liefde, die cirkel is rond.’

Speel je nog weleens dwarsfluit?
‘O god… Ik dacht al dat je dat ging vragen. Er ligt er nog eentje in het berghok, volgens mij, haha. Ik heb het in 1967 opgepakt voor Sound Of The Screaming Day en kende jarenlang alleen dat riedeltje. Door de jaren heen leerde ik langzaam wat bij. Het is sowieso een ramp tijdens elektrische live-shows en komt alleen goed uit de verf als iedereen zo zacht mogelijk speelt. Het is nooit mijn favoriete instrument geweest. Maar ja, de dames houden ervan...’



Wie is je jeugdheld?
'Marlon Brando. Vooral door de film The Wild One.'  

Wat was je meest gênante podiummoment?
‘Een gênant moment op het podium? Dat heb ik toch niet, joh, haha. Ik weet nog wel het meest ‘shocking’ moment. George [Kooymans, red.] speelde lange tijd met een ladinkje springstof op de hals van zijn gitaar, die hij op een gegeven moment kon laten afgaan voor een vuurwerk-effect. Maar tijdens een show in Groningen ging er iets mis. De kop van de gitaar knalde er in z’n geheel vanaf en raakte daarbij George z’n nek. Ik heb de wond met m’n handen dicht moeten houden terwijl hij op het podium lag. Het concert werd stilgelegd en hij werd door een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Daar vertelden ze dat zijn slagader op een haartje na was geraakt. Het had weinig gescheeld of het bloed was er als een fontein uit gespoten!’

En welk concert heeft de meeste indruk op jou gemaakt?
‘In 1968 ging ik met Rinus [Gerritsen, red.] naar het Sunbury Festival in Engeland. Niet normaal wat daar speelde. Een nog nauwelijks bekende Deep Purple en Joe Cocker, T. Rex, Jethro Tull, Jeff Beck en ga zo maar door. We kregen een kijkje in de muziektoekomst. Maar het meeste indruk maakte de band Traffic. Het was de tijd dat iedereen zittend op de grond naar de show keek, maar ik heb mensen op zien stijgen van extase.’

Wat valt je op wanneer je weer terug bent in Nederland?
‘Ik doe m’n best om enigszins op de hoogte te blijven van wat er in Nederland gaande is. We kijken regelmatig De Wereld Draait Door en Pauw. Anders voel ik me toch een beetje een “stranger in a strange land”. Wat me opvalt is de ongeïnspireerde eenheidsworst op de Nederlandse radio en televisie. Zo zonde dat de jeugd van nu alleen maar die platte eenheidskoek wordt voorgeschoteld. Iedereen bukt voor die kutcommercie. In België hebben ze Studio Brussel. Waarom kan dat in Nederland niet? Ik zou de radiobazen van Nederland vriendelijk willen verzoeken: grow some fucking balls!' 




Het volledige interview met Barry lezen en heel veel andere interessante artikelen voor muzikanten doorspitten? Bestel Musicmaker #471, november 2019 (tot 12 december zonder verzendkosten én zonder verplichtingen) hier!
 

zoeken
zoeken