Dertien vragen aan Marco Roelofs

Heideroosjes-zanger geeft zich bloot

Muzieknieuws 18-04-2019 09:04

Marco Roelofs is schrijver, presentator, acteur en theatermaker, maar we kennen deze creatieve duizendpoot vooral als de hyperactieve en supersympathieke frontman van de Heideroosjes. 2019 is het jaar dat deze band zijn 30-jarig bestaan viert met een tour langs clubs en festivals. Hoog tijd voor een nadere kennismaking met de man achter de punklegende!

Favoriete tankstation-snack?
‘Die ranzige tankstation-snacks zijn natuurlijk de ultieme vetmesters, dus ik neem me vaak voor om ze links te laten liggen. Koop ik braaf een broodje kaas. Maar ‘s nachts op de terugweg van een show kan ik me vaak niet inhouden. En dan is de good ol’ Kwekkeboom-kroket de usual suspect.’

Als je na de revolutie maar één album naar de Anarchistische Heilstaat mocht meenemen, welke zou dat zijn?
‘Dat vind ik altijd een enorme strikvraag. Ik heb zó veel favoriete platen! Maar als je maar één plaat naar de Heilstaat mag meenemen, dan is dat dus ook de enige muziek die je hoort. Dus ik ga voor iets uptempo en iets dat zonnig klinkt. Dan kom ik uit op het live-album It’s Alive van de Ramones. Daar krijg ik altijd instant goede zin van!'



Wat is je favoriete alcoholische versnapering?
‘Ooit was dat whisky, nu bier. Bij voorkeur Hertog Jan.’

Wanneer was je voor de laatste keer écht dronken?
‘Dat kan ik me niet herinneren! Sinds een paar jaar zorg ik dat ik de totale comatoestand vermijd. De laatste keer was een aantal jaar terug toen ik een fles whisky soldaat had gemaakt. Heideroosjes-drummer Igor moest me tegenhouden, want ik flikkerde bijna voorover in een Amsterdamse gracht. Daarna heb ik volgens mijn vriendin met mijn ogen open geslapen en vervolgens kon ik drie dagen niks binnenhouden. Je snapt nu waarom ik geen whisky meer drink.’

Wie is je jeugdidool?
‘Dat is acteur en kungfu-expert Bruce Lee. Als 8-jarig gastje keek ik voor het eerst naar zijn films. Pas jaren later kwam ik erachter dat dat niet normaal was en dat die films voor 16 jaar en ouder waren. Het verklaarde ook waarom ik na het zien van al die bloedige scenes zelf ook door het dak ging. Ik waande me een superheld en mijn zusje moest het vaak ontgelden. Die gebruikte ik dan als karate-schoppop. Ik kijk die films nu nog soms. Het zijn echt choreografische hoogstandjes in de vechtkunst. Bruce Lee deed al zijn stunts zelf. En hij roerde sociale thema's als racisme en corruptie aan in zijn films. Dat maakt ze ook intelligenter dan veel standaard kungfu-films.’ 

Lievelingsfilm?
‘Dat zijn er meerdere, maar ik vond Into The Wild een schitterende film. Die was voor mij heel herkenbaar en bovendien heeft ie een prachtige soundtrack.’ 

Wat is je grootste muzikale miskoop?
‘Die heb ik niet. Ik koester ieder album dat ik ooit kocht. Ook al luister ik er nu nooit meer naar. Het had tóén betekenis voor me. En omdat ik als puber maar één album per maand kon kopen, dacht ik altijd goed na over wat ik kocht. Dat voorkwam tevens miskopen, denk ik.’ 

Doe je aan sport? Zo ja, welke? 
‘Vechtsport, natuurlijk! Ook hou ik van fitness en hardlopen. Al gaat dat laatste niet zo goed meer. Ik heb mijn benen kapot gesprongen door jarenlang honderd keer per jaar een uur over het podium te stuiteren met slecht schoeisel. Dat was in ieder geval wat de arts mij vertelde.’

Welke vervoersmiddelen brengen je van voordeur naar podium?
‘Als ik moet spelen, dan stap ik het liefst in de bandbus. Achterin. Dan krijg ik zo min mogelijk prikkels en kan ik de focus voor de show zoeken. Als ik gewoon naar een afspraak moet of iets dergelijks, dan neem ik graag de trein. Ik hou niet van autorijden. Dan moet ik me veel te veel concentreren op al die idioten op de weg.’ 

Wat vind je de beste muziekdocumentaire?
‘Dat zijn er twee. Anvil! The Story of Anvil; dat is echt een hartverwarmend document over vriendschap en doorzetten. Some Kind Of Monster van Metallica vind ik ook bloedmooi. De band werd vaak uitgelachen doordat ze zich als metalband inlieten met een psycholoog en in die film behoorlijk de vuile was buitenzetten. Maar ik vond het getuigen van lef en een “fuck you”-houding.’ 

Wat is het mooiste concert dat je ooit bijwoonde?
‘Dat moet een concert uit mijn puberjaren zijn. Dan is alles voor het eerst en komt het harder binnen dan ooit. Dus ik denk aan Metallica in 1988 of de eerste keer Gorilla Biscuits in het kleine Willem Twee in Den Bosch in 1991. Al zal ik Biohazard de eerste keer in een piepkleine jeugdsoos in Venray ook nooit meer vergeten. Zo veel energie in één stinkzaaltje samengebald - dat was pure drugs in mijn hoofd!’

Wat is je grootste Spinal Tap-moment?
‘Die keer dat we twee festivalshows op één dag hadden, beide in Vlaanderen. Wel allebei in andere uithoeken. Onze crew ging voorop. Wij als band later, met chauffeur. Na files en gedoe kwamen we nét op tijd aan. "Open die poort, we zijn te laat!" riep onze chauffeur. Waarna een verbaasde Vlaming zei: "Awel, nee hoor, jullie hoeven pas over zeven uur te spelen." Inderdaad: we waren keihard naar het verkeerde festival gereden.’ 

Wat zou jij van welke Nederlandse of Belgische muzikant willen weten?
‘Ik zou van zanger Stef Bos willen weten hoe hij zichzelf in de juiste focus brengt om die prachtige liedteksten te schrijven.’

Heel veel andere interessante artikelen voor muzikanten doorspitten? Bestel Musicmaker #465, mei 2019 (tot 16 mei zonder verzendkosten én zonder verplichtingen) hier!

zoeken
zoeken