Machines met een ziel

De instrumenten van BOT zijn karakters

Muzieknieuws 20-09-2018 09:09

BOT is een theatergroep waarbij muziek een centrale rol speelt in de voorstellingen. De klanken worden gemaakt door zelfgemaakte ‘audiomachines’: wonderlijke apparaten die het midden houden tussen instrument en steampunk-artefact. Musicmaker neemt een kijkje in hun mysterieuze laboratorium.

Fotografie: Peter van Hal

Denk bij 'muziektheater' in dit geval niet aan een brave praatje-liedje-theatershow. De muziek schuurt en kraakt op een manier die Tom Waits en Nick Cave een sinistere glimlach zou bezorgen.  Al bijna tien jaar spelen ze in theaters in binnen- en buitenland, maar 21 september komt hun eerste muziekalbum uit, genaamd PLAAT. Musicmaker sprak met 'audiomachinist' Geert Jonkers. Hij bedenkt en maakt een groot deel van het even bizarre als fabelachtige insturmentarium. 

Wat een bijzondere instrumenten! Hoe kom je erbij om dit te gaan maken?
Geert: ‘Dat heeft te maken met mijn achtergrond. Ik ben enerzijds mechanicien, werktuigkundige. Mechanica fascineert me en ik las zelf ook graag dingen in elkaar. Anderzijds ben ik slagwerker. Om er maar één van de twee te kiezen, dat is me te beperkt. Het bouwen van machines die muziek maken, is een prachtige culminatie van die twee passies. Afgedankte meuk krijgt een luidruchtig nieuw leven. Of dat nou een apparaatje is ter grootte van een speeldoosje, of een machine die hier niet in de kamer past.'



Foto: 'Jazzdrummer' 

Hoe bedenk je in hemelsnaam die apparaten?
Geert: ‘Tja, als iemand het geluid van een spinnende kat uit een machientje wil hebben, ga ik in de weer met tandwieltjes en dingen die ik nog heb rondslingeren. Soms ontdek je iets per toeval. Bijvoorbeeld een ouderwetse slacentrifuge die je tegen je buik houdt; doe er in plaats van sla een klontje ijzer in, draai terwijl je zingt en je klinkt direct als een operazanger. Of het allereenvoudigst: een tijdje geleden vond ik een enorme cirkelzaag voor asfalt met een diameter van 1,60 meter. Dat is een gigantische gong! Zo’n vondst doe je maar één keer in je leven.’

Maar de meeste instrumenten zien eruit alsof er langer over nagedacht is…
Geert: ‘Dat is waar. Ik heb ook “landschappelijke” instrumenten gemaakt van 400 vierkante meter. Maar die gebruiken we natuurlijk niet tijdens de show. We wilden altijd al iets met een strijkinstrument doen, dus toen heb ik een goedkope cello op de kop getikt. Die zag er nog veel te mooi en gaaf uit, dus heb ik ’m achter de trekhaak gehangen. Spullen die wij gebruiken, moeten eruitzien alsof ze al een heel leven achter de rug hebben. De cello heb ik in een rolstoel gezet en door een mechaniekje met een hulpmotortje wordt de strijkstok aangedreven. Het was nog een hele klus om de aanstrijk goed te krijgen! Daar kwamen onder meer twee ladenbegeleiders van een keukenla aan te pas, een paar heel dunne betonijzers en wat scharniertjes. Dat instrument is nu een personage; het heeft echt een karakter. Dat is trouwens een streven bij elke audiomachine.’


Foto: 'Blokfluitorgel' 

En wat kun je met die rolstoelcello zoal spelen?
Geert: ‘Je kunt er vier akkoorden mee maken. Hij is zo gestemd dat een losse aanstrijk al een akkoord vormt. Zet er één vinger bij en je hebt een ander akkoord. Met een tiewrap als capo heb je een derde akkoord en een vierde met daar weer een vinger bij.’

Wat is trouwens toch dat geluid dat ik hoor?
Geert:
‘Ah, dat is een van onze machines. Een tijdje geleden speelden we de voorstelling LEK, over het einde. Ik had een looprekje gemaakt die met de schoenen van een oud vrouwtje zelf kon lopen. Het maakt een klik-klakgeluid dat we als een soort metronoom gebruikten. Dat ding loopt soms nog steeds door mijn werkplaats.’

Foto: 'Dakpanmachine'

Veel festivalgangers of fans van De Staat hebben - wellicht zonder dat ze dat wisten - al werk van Geert Jonkers in actie gezien. De Nijmeegse band presenteerde in 2011 hun tweede album Machinery. Speciaal hiervoor maakte Geert in samenwerking met Doan Hendriks een bruut mechanisch ritmewonder van pakweg 200 kilo, genaamd Mathilda. Dat siert niet alleen de hoes van het album, maar is ook te horen in het nummer Back To The Grind en ging mee op tour. Geert: ‘Torre [Florim, zanger van De Staat, red.] kwam naar me toe met een vrij expliciete vraag. Hij wilde een machine die het geluid van een “chain gang” maakte. Bovendien mocht het er niet uitzien als een kunstproject. Nou, dan ben je bij mij aan het juiste adres! Ik hou van dingen die eruitzien alsof ze uit een vervallen schuurtje uit de DDR zijn getrokken.’

Kijk hier de totstandkoming van de 'Machine van De Staat':

Voor meer informatie, check www.wijzijnbot.nl

Het volledige interview met BOT lezen en heel veel andere interessante artikelen voor muzikanten doorspitten? Bestel Musicmaker #459, oktober 2018 (tot 18 oktober zonder verzendkosten én zonder verplichtingen) hier! 

 

zoeken
zoeken