Live-streamen, hoe pak je dat aan?

Bereik je publiek in festivalloze tijden!

Muzieknieuws 04-05-2020 14:46

Als er één fenomeen is dat tijdens de coronacrisis als een magische bonenstaak in muziekland omhoog is geschoten, is dat wel het live-streamconcert. Het is op z’n minst een middel om onze impuls tot artistiek exhibitionisme te bevredigingen nu de podia van hout en staal gebarricadeerd zijn, maar misschien ook wel een ‘life line’ tussen artiesten en hun publiek.

Hoofdafbeelding: uw verslaggever zet z'n eerste voorzichtige stapjes in de wondere wereld der live-stream

De praktische uitvoering van een live-stream kan de eerste keer nogal onwennig zijn. De technische voorbereidingen vallen echter mee. In de meest basic vorm is live-streamen net zo makkelijk als het uploaden van een video op YouTube. Ga naar je eigen YouTube-kanaal - of maak er een aan - en druk op YouTube Studio. Je hebt de keuze om een video te uploaden, of je kunt ‘live gaan’. Kies je dat laatste, dan word je door de website aan de hand genomen en stap voor stap richting het doel geleid. Als je een aangesloten webcam hebt, of een laptop met ingebouwde camera, zou je een minuut later in potentie al kunnen stralen in je eerste live-stream. Camera, lights… action!

Ho, stop! Mocht je voor deze snelle route kiezen, dan zul je het wel moeten doen met het ingebouwde microfoontje van je pc of laptop, of met een usb-microfoon. Mocht je er van die laatste toevallig een hebben, dan heb je natuurlijk wel een (veel) betere geluidskwaliteit. Veel muzikanten zouden het geluid echter ook graag voorzien van een galmpje, en als we dan toch bezig zijn, kan er ook een compressor bij. Het is in de meeste gevallen geen overbodige luxe om het geluid wat te tweaken voor een optimale overdracht, zoals je dat bij ‘normale’ live-concerten ook zou doen. Gelukkig is daar ook een oplossing voor.



Legio
Die oplossing komt in de vorm van software, en een van de meest gebruikte is een programma genaamd OBS Studio (OBS staat voor Open Broadcaster Software). Zie het als een soort mengtafeltje waarmee je zowel de video als de audio kunt aanpassen en dat alles als een gebundeld pakketje uitstuurt naar je streaming-platform. De aanpassingen die je aan de video kunt doorvoeren, beperken zich voornamelijk tot het instellen van de resolutie, maar dat is wel belangrijk. Stel deze niet te hoog in, want dan heb je kans dat je stream vastloopt. Wat betreft audio zijn de opties legio. OBS heeft reeds enkele standaard-effecten, maar je kunt hiervoor ook VST-plug-ins gebruiken zoals je dat bij opnamesoftware als Pro Tools of Ableton zou doen. Als je die nog niet hebt, zijn er veel gratis (meer dan prima) plug-ins te downloaden.

Je voelt ’m al aankomen: streamen via deze weg heeft wel iets meer technische voeten in de aarde dan de eenvoudige methode. Maar als je niet toevallig beschikt over een (huis)kamer met een belachelijk mooie galm en een stem die altijd even luid en duidelijk boven het geluid van je instrument uitwaaiert, is het wel de moeite waard. En geen zorgen, want het is best te doen - ook voor de computer-technisch minder getalenteerden onder ons (en daar schaar ik mezelf ook onder). Met de instructies op de website van OBS kom je een heel eind en mocht je toch meer hulp nodig hebben (zoals ik), dan staan er ook genoeg instructievideo’s op YouTube, ook in het Nederlands.


Foto: Ten tijden van corona doet de bar van de Effenaar dienst als video-controllekamer

Showtime
Wanneer je over de eerste technische hordes bent gesprongen, vergeet jezelf niet te soundchecken! Als je met OBS werkt, kan dat alleen door een videofragment van jezelf op te nemen en aan de hand daarvan dingen als de gain van de mic, de mate van compressie en de hoeveelheid galm aan te passen. Een beetje omslachtig, maar stiekem ook wel geinig. De grootste uitdaging waar ik zelf tijdens mijn eerste live-stream-avontuur tegenaan liep, was de fysieke afwezigheid van publiek en diens reacties. De verwelkoming van de kijkers en de praatjes tussen de nummers door waren in het begin nogal onwennig en stuntelig met niemand om tegenaan te praten. Daarbij hielp het niet dat ik mezelf met tien seconden vertraging op het scherm zag. Het duurde even voordat ik doorhad dat je je niet uit het veld moet laten slaan door de ijzige stilte en dat je het een beetje moet benaderen als een presentator van een tv-programma, die zijn of haar verhaal ook vertelt tegen een monddode camera.

Next level
Live-streamen met één camera - en een niet al te moeilijke audio-setup - moet in principe iedereen dus kunnen. Wil je het wat uitgebreider aanpakken, dan wordt het nogal snel lastiger. Bob de Wit van The Isolation Sessions kan het weten. In het ‘normale leven’ is hij geluidstechnicus, tourmanager en eigenaar van The Super-Nova Studio in Eindhoven, maar hij is nu de drijvende kracht achter het ambitieuze project waarbij elke dag(!) een live-optreden van een voltallige band vanuit de Eindhovense Effenaar wordt gestreamd. Bob: ‘Ik dacht in het begin: dat doen we wel even. Maar het was toch wel behoorlijk next level voor mij, en ik ben technisch toch behoorlijk onderlegd. We liepen tegen veel onverwachte vraagstukken aan. Als je de eerste zes afleveringen van The Isolation Sessions achter elkaar bekijkt, is ons leerproces heel duidelijk te zien, haha.’



Zwarte magie
Het wordt vooral moeilijk als je meerdere camera’s wilt gebruiken’, vervolgt Bob. ‘Het verwerken van beeldmateriaal kost een computer gewoon veel meer werkgeheugen dan audio, dus latency is altijd een probleem. De eerste sessies gebruikten we ook OBS, maar daarmee is het gewoon onmogelijk om meerdere camera’s te syncen met audio. Ik raad iedereen die met meerdere camera’s wilt streamen dus aan om te investeren in een “capture card”. Dat is een video-interface die speciaal hiervoor is ontworpen. Het heeft een externe audio-input en synct automatisch het beeld met het geluid. Het bedrijf Blackmagic Design is hierin de toonaangevende marktleider en het instapmodel daarvan - de ATEM Television Studio HD - kost rond de duizend euro.’

Ruimte
‘Een ander ding waar je snel tegenaan loopt wanneer je bands met meerdere camera’s wilt streamen, is ruimtegebrek. De eerste paar Isolation Sessions deed ik vanuit mijn eigen studio. Daar kun je naast de bandleden geen extra technici bij hebben, wil je de anderhalve-meterregel handhaven. Ik had zo veel werk op m’n bordje, dat ik er bijna niet van sliep. Ik heb geluk gehad dat ik de overstap naar de Effenaar kon maken. Niet alleen omdat daar state-of-the-art-apparatuur aanwezig is, maar ook omdat daar de ruimte is om met een team achter de schermen te werken. Dat scheelt alles! We hebben grootse plannen, het is alleen wachten totdat de internetsnelheid die aankan.’

Zie ook: www.effenaar.nl/theisolationsessions

Nog heel veel andere interessante artikelen voor muzikanten doorspitten? Bestel Musicmaker #476, mei 2020 (tot 22 mei zonder verzendkosten én zonder verplichtingen) hier!  

 

zoeken
zoeken