JBL 70 jaar

Pionier in de PA-wereld

Merknieuws 07-11-2016 13:20

Zoals Fender een legendarische naam is voor gitaristen, is JBL dat voor iedereen die iets met geluidstechniek te maken heeft. Zonder JBL had de ontwikkeling van PA-systemen en luidsprekers er heel anders uitgezien. Het Amerikaanse merk bestaat nu zeventig jaar. Tijd voor een overzicht.

Oudgedienden in de geluidstechniek denken bij JBL vrijwel direct aan de forse PA-systemen. De enorme W-Bins PA-kasten stonden bijvoorbeeld jarenlang bij heel veel podia. Tegenwoordig vind je het JBL-logo ook andere producten terug, zoals computerspeakers, autoluidsprekers en huiskamersystemen. JBL-producten doen hun werk trouwens niet alleen onder eigen naam. Je zou versteld staan van het aantal fabrikanten dat, in het verleden zowel als nu, JBL-luidsprekers gebruikt in hun eigen klankkasten.

 

James B. Lansing
JBL is uitgegroeid tot een grote boom met vele takken, maar is ooit begonnen als één enkel zaadje dat oprichter James B. Lansing (JBL, precies!) plantte. Als jonge ingenieur ging hij in 1924 bij een radiostation in Salt Lake City aan de slag. Maar James was een eigenzinnig man en richtte al snel zijn eigen Lansing Manufacturing Company op die zich toelegde op radioluidsprekers. In 1927 verkaste James naar Los Angeles, want dat was toen ook al ‘the place to be’. Een perfecte timing; in hetzelfde jaar bracht Warner Brothers de eerste geluidsfilm ooit uit (The Jazz Singer). Er ontstond daardoor een grote vraag naar geluidsapparatuur voor bioscopen. Samen met Douglas Shearer, de hoofd-geluidsingenieur bij Metro-Goldwyn-Mayer (MGM), ging James B. Lansing experimenteren met systemen om de ondermaatse bioscoopsound naar een hoger niveau te tillen. Het bleek dat systemen met een hoorn zeer goed werkten. Een hoorn als akoestische transformator zorgt voor een veel hoger rendement en dat was in tijden van bescheiden versterkervermogens een goede zaak. Ook de richting van de afstraling van het geluid is met hoorns beter onder controle te houden.


Altec
Het werken met hoorns bleek een schot in de roos voor de jonge onderneming. Helaas kwam in 1939 zakenbehartiger Ken Decker om het leven bij een vliegtuigongeluk. Dat leidde in 1941 tot de verkoop van het bedrijf aan de firma Altec, dat zich voortaan Altec Lansing Corporation noemde. Lansing kreeg als hoofdontwikkelaar vrij spel en Altec Lansing werd in korte tijd marktleider op het gebied van cinema-geluidssystemen, uiteraard op basis van de eigen hoorntechnologie. Eigenzinnig als hij was, kwam Lansing al snel in aanvaring met het Altec management. Toen zijn voorlopig contract met de firma na vijf jaar afliep, koos hij niet voor verlenging, maar ging hij opnieuw zijn eigen weg. 


1946: JBL
Op 1 oktober 1946 zag James’ nieuwe onderneming Lansing Sound Incorporated het licht. Uiteraard was men bij Altec Lansing ‘not amused’ met die bedrijfsnaam. Lansing veranderde zijn firmanaam daarom in zijn eigen naam en de merknaam James B. Lansing was geboren. Zo briljant als Lansing was als ontwikkelaar, zo slecht was hij als zakenman. Na heel wat moeilijkheden kon hij het niet meer bolwerken en in 1949 maakte hij een einde aan zijn leven. Het stuurloos achterblijvende bedrijf kreeg het zo mogelijk nog zwaarder, maar financieel verantwoordelijke William Thomas slaagde er uiteindelijk toch in het hoofd boven water te houden. Na verdere juridische touwtrekkerij met Altec Lansing over de bedrijfsnaam, besloot Thomas in 1955 om verder te gaan onder de initialen JBL.

PA-systemen
JBL stortte zich op wat we nu de pro audio-markt noemen, maar er werden ook andere, op de consument gerichte, marktsegmenten aangeboord. Met groot succes. Leo Fender verkoos de JBL D130 tot zijn ideale speaker en in de jaren zeventig en tachtig was het luidsprekerchassis van JBL dé referentie voor gitaarspeakers, basspeakers en hoorns. Eigenlijk mogen we voorzichtig stellen dat de eerste geluidssystemen die de naam ‘PA’ waardig waren, ofwel het JBL-logo droegen, ofwel in hun binnenste tot leven kwamen dankzij JBL. De E-lijn was jarenlang ongeëvenaard op het gebied van robuustheid en rendement. Onverwoestbaar, gig na gig. Een fenomenaal rendement.


Highlights
Ondertussen verschenen er ook verschillende studiomonitoren op de markt, die nog steeds gewild zijn. De JBL 4320-series studiomonitoren werden wereldwijd gebruikt bij Capitol en haar moedermaatschappij EMI. De zogenoemde ‘constant directivity’ hoorns deden hun intrede. De JBL glijbaan-basbox deed discotheken daveren en de short horn-kasten (de ‘kippenhokken’) stonden in de jaren zeventig en tachtig op elk groot evenement. Ontwerper Don Keele lanceerde ook de W-bin, waarop tot de dag van vandaag talloze andere hoornsystemen min of meer gebaseerd zijn.

Hoofdkantoor 1949

Hoofdkantoor 2016


Het is praktisch onmogelijk om alle JBL hoogtepunten uit de historie op te sommen, zelfs als we de PA-wereld of de studiomonitoren buiten beschouwing laten. De Control 1 bijvoorbeeld was een speaker die eind jaren tachtig voor een revolutie zorgde in de wereld van de kleine geluidssystemen. De Control 1 werd enorm veel gebruikt in horeca en voor multi-media en werd eindeloos gekopieerd door concurrenten, maar nooit geëvenaard. Tot slot noemen we alleen nog de 4310- en de 4311-studiomonitoren en de meer dan 100.000 keer verkochte L100 huiskamerluidspreker uit de jaren zeventig (en dat terwijl hij erg duur was).


Harman
Een belangrijke bijdrage aan het succes werd ongetwijfeld ook geleverd door Harman Kardon. Deze firma was op zoek naar uitbreiding binnen de geluidswereld, want het werd in de jaren zestig duidelijk dat schaalvergroting noodzakelijk was om overeind te blijven in de snel evoluerende technische wereld. William Thomas verkocht JBL in 1969 aan de Harman-groep dat zo reeds erg vroeg een commercieel zeer sterk concern vormde. Verschillende concurrenten gingen later een zelfde weg op, maar door de vroegtijdige samenwerking stond JBL commercieel zeer sterk. Door deze grote voorsprong, in combinatie met de kwaliteit en de pioniersgeest, is JBL na zeventig jaar nog steeds een ijzersterk merk.

www.jblpro.com 

zoeken
zoeken