Interview: Scott Holiday van Rival Sons

Rauw instinct

Muzieknieuws 18-04-2019 09:04

De zo goed als uitverkochte Europese clubtour van afgelopen februari en maart én het ijzersterke nieuwe album Feral Roots bevestigen wat velen al wisten: Rival Sons is een van de voornaamste vaandeldragers van de huidige ‘classic’ rockbands. Daarbij herkauwen ze niet slechts het overbekende idioom, maar voegen er ook daadwerkelijk iets nieuws aan toe. Hoofdverantwoordelijke hiervoor is gitarist en gear-fanaat Scott Holiday. Hoog tijd voor een goed gesprek!

Foto's: Iris Teunissen

Uw verslaggever stelt zijn avondeten nog even uit voor een gesprek met de in Californië woonachtige gitarist. Voor hem begint de dag net, maar ondanks het vroege tijdstip hoeven de woorden geenszins uit hem te worden getrokken. Want voor een gesprek over muziek is deze sympathieke Amerikaan elk moment te porren. Stel ’m een halve vraag en hij geeft een antwoord met drie anekdotes, vooral als het gaat om instrumenten en apparatuur. ‘Look out,’ zegt de zelfverklaarde gear-nerd lachend, ‘for those about to dork, we salute you!’

Evolutie
Het nieuwe album Feral Roots dat afgelopen januari uitkwam, heeft onmiskenbaar de sound en kracht die we van Rival Sons gewend zijn, maar is tegelijkertijd een duidelijke stap vooruit qua songwriting. Ieder nummer lijkt wel een interessante of onverwachte wending in petto te hebben, zonder dat het geforceerd klinkt. Was dit een vooropgezet plan?

‘Het is geen revolutie, maar evolutie’, luidt Scott’s eloquente doch nuchtere antwoord. ‘We worden met ieder album ietsje beter. Maar het feit dat we deze keer bewust meer tijd voor het schrijfproces hebben uitgetrokken, was van minstens zoveel belang. Leadzanger Jay Buchanan en ik hebben eerst een week doorgebracht in een afgelegen blokhut in het bos. Daarna hebben we nog een tijd ideeën naar elkaar gestuurd en laten uitkristalliseren. Die tijd en aandacht heeft zich echt uitbetaald.’

Rival Sons in volle vlucht tijdens hun show in de Melkweg, afgelopen 28 februari 

Hoe steekt het schrijfproces van Rival Sons doorgaans in elkaar?
Scott: ‘Er is niet één vastomlijnd proces. Soms heeft Jay al een akkoordenprogressie met wat tekst waar ik dan een bridge of iets dergelijks aan toevoeg. Soms kom ik met een riff waar Jay tekst bij schrijft en werken we de structuur samen verder uit. Alles kan. Heel belangrijk is wel dat je ideeën niet te ver uitwerkt voordat je ze aan elkaar laat horen. Er moet voor de ander ruimte overblijven om er iets aan toe te voegen!’

En repeteren jullie de nummers uitvoerig voordat jullie de studio in gaan?
‘Nope! Drummer Michael Miley en bassist Dave Beste horen de nummers in de studio voor het eerst! Daarna spelen we het nummer een paar keer door, zodat iedereen zijn partijen kan bedenken en de structuur weet. Daarna nemen we de basistrack met z’n allen tegelijk op. Alle tracks op de plaat zijn eerste, tweede of hooguit derde takes. Als we een nummer er niet binnen een paar takes op krijgen, voelen we ’m blijkbaar niet op dat moment en gaan we aan een andere werken.’



Dat is best bijzonder! Ook wel risicovol…
‘De energie die je dan vastlegt, krijg je nooit en te nimmer wanneer je een nummer van tevoren dood repeteert. Iedereen is supergefocust en gretig. Je handelt uit instinct, vanuit een “gut feeling”. Dat levert de krachtigste interpretatie van een nummer op. Ook voor Jay en mezelf voelen de nummers nieuw als we ze gaan opnemen, want door de toevoeging van bas en drums verandert de feel en benadering van een nummer vaak.’

‘Ik moet wel bekennen dat ik het de eerste keer ook best eng vond. Voor de eerste Rival Sons-plaat Before The Fire had ik elk nummer tot in de puntjes uitgedacht. Dave Cobb, de producer waar we tot nu toe iedere plaat mee hebben gemaakt, was juist heel erg geïnteresseerd in het vastleggen van iets spontaans. Het was aanvankelijk heel moeilijk voor mij om mijn preproducties los te laten. Ik ben een behoorlijke controlfreak en dacht: dit is bullshit, de partijen die ik bedacht heb, zijn gewoon goed! Maar uiteindelijk was ik zo gecharmeerd van het eindresultaat dat ik nu niet meer anders zou willen! Het vangen van “het moment” is een groot onderdeel van deze band.’

Jullie hebben Feral Roots niet in één, maar in twee legendarische studio’s opgenomen. Hoe was dat?
‘Dat klopt! Het grootste gedeelte hebben we opgenomen in RCA Studio A in Nashville. Dat is tegenwoordig de vaste studio voor Low Country Sound, het platenlabel van onze producer Dave Cobb. Daar hebben bijna alle grote countrysterren opgenomen. Maar we kregen ook de mogelijkheid om een paar dagen aan de slag te gaan in de Muscle Shoals Sound Studio in Alabama.

We zijn enorm fan van Aretha Franklin en zij heeft daar haar beste werk opgenomen. En de Stones hebben daar Brown Sugar en Wild Horses vastgelegd. Man! De gangen hangen daar vol met foto’s van legendarische artiesten die dezelfde vloerplanken hebben bewandeld als waar jij op staat. Ik weet niet of je daardoor beter gaat spelen, maar het voelt goed om je te omringen met zoveel bijzondere geschiedenis.’


Er zijn gitaristen die het liefst een hele show - of carrière - op één gitaar spelen. Ik heb het idee dat jij niet tot die groep behoort…
‘Nee, volgens mij ook niet, haha! Ik weet nog goed dat ik als jochie met m’n vader naar een concert van Tom Petty and the Heartbreakers ging. Zowel Tom als gitarist Mike Campbell veranderde zowat elk nummer van gitaar. De meest prachtige gitaren passeerden de revue: Les Pauls, Tele’s, Gretsches, Rickenbackers… Dat vond ik toen bijna net zo tof als de muziek zelf. Ik dacht: That’s the way to go. Als ik ooit op zo’n podium kom te staan, wil ik ook zo veel mogelijk vette gitaren omhangen.’

Wat is de belangrijkste gitaar in je collectie?
‘Oef, dat is een onmogelijke vraag! Ik denk wel dat mijn Pelham Blue Gibson Firebird VII Reissue uit 1999 een hele belangrijke rol voor Rival Sons heeft gespeeld. Tijdens de opnames van het eerste Rival Sons-album heb ik een bonte verzameling gitaren gebruikt die allemaal niet van mij waren. Met mijn eigen gitaren die ik toen had, kon ik de sound van die plaat niet reproduceren, dus moest ik op zoek naar iets nieuws.

Ik woonde in Californië en vond deze online in een winkel in New Jersey. Hij zag eruit zoals de muziek van de band klonk: “beat up, but badass”. Ik kocht ’m zonder dat ik ’m ooit aangeraakt had. Dat is nooit verstandig, maar ik wist dat ik ’m moest hebben. Ik moest er eerst ook heel wat spullen voor verkopen, want ik was totaal platzak. Maar het was een goede keuze, want het is jarenlang mijn main gitaar geweest in Rival Sons.’

‘Het is echt een mannengitaar. Mijn vrouw speelt ook, maar kan helemaal niks met deze. Het is een veel te grote, lompe machine voor haar. De nek is zo dik dat ze sommige akkoorden gewoonweg niet kan pakken. Voor mij is spelen op deze gitaar ook echt een stoeipartij, maar daar hou ik van.’

Sommige van je gitaren lijken van metaal te zijn. Wat zijn dat voor instrumenten?
‘Die zijn van het Franse merk Meloduende. Ze zijn nog niet zo heel erg lang bezig en maken belachelijk coole gitaren. Ik heb een aangepaste B-Bones - eigenlijk een aluminium versie van de Gretsch Billy-Bo. Hij klinkt totaal anders dan je zou verwachten van een aluminium gitaar; niet “middy”, maar juist heel warm en resonant. Ze hebben ook een signature-gitaar voor mij gemaakt, genaamd Penny. Het is een soort ES-335 van aluminium én koper! Hij heeft TV Jones-elementen, een Bigsby en een enorme headstock die geïnspireerd is op headstocks van oude Kay-gitaren. Ik vind het de coolste gitaar ter wereld. En hij is van mij, haha!’

 

 In deze clip is Scottin actie te zien met zijn Meloduende B-Bones, die door zijn zoontje 'Tintin' werd gedoopt 

Je pedalboard bestaat uit drie verschillende secties en is zowat twee meter breed!
‘Guilty as charged, haha. Het ziet eruit alsof je er de Death Star mee kunt besturen. Ik krijg best wel wat kritiek van online-haters over mijn effectengebruik. Die roepen dat je alleen met de gitaar direct in de amp al een hele show moet kunnen doorkomen. Dat kan ook, maar waarom zou je? Ik ben begonnen met een wah, een fuzz en een Uni-Vibe; eigenlijk een basic Hendrix-setup, maar dan met delay. Maar op elk album gebruikte ik gemiddeld zo’n drie à vier nieuwe pedalen en ik wil live het publiek ook dé sounds van de albums kunnen voorschotelen! En we zitten inmiddels op zeven albums, dus tel maar uit.’

Dan scheelt het dat je roadies hebt...
‘O, zeker! Deze tour had ik dertien gitaren bij me, vier versterkerheads en kabinetten en dus een joekel van een pedalboard. Maar vroeger tourden we met deze band in een busje. Toen deed ik het met drie gitaren, een klein pedalboardje en één versterker. Ik gebruik ook veel alternatieve stemmingen en de setlist was daaromheen opgebouwd; alle nummers met een bepaalde stemming achter elkaar. Alles was heel afgemeten, maar we lieten het werken. Weet je, ik hou ontzettend van mooie gear, maar uiteindelijk komt het toch aan op de juiste energie: rauw en oprecht.’  

 

zoeken
zoeken