Bob Uit Zuid - video's en extra's bij het interview in Musicmaker sept-okt 2022

‘Als ik klaar ben met een verse, komt er een vette gitaarsolo’

Muzieknieuws 11-08-2022 17:08

We willen niet van een hype spreken, maar Bob Uit Zuid gaat ontegenzeggelijk lekker. Onder dat alias wist Bob Dijkshoorn (27) al een van de meest spraakmakende optredens van ESNS ’22 neer te zetten en zijn gelijknamige debuutalbum - mede-geproduceerd door Tim Knol - grijpt de aandacht van het publiek én muziekjournaille door de mix van old school hiphop en eigenzinnige teksten. Musicmaker spreekt hem over de totstandkoming van zijn muzikale alter ego en die kneiter van een debuutalbum.

Dit is een extra web-item naar aanleiding van een artikel in Musicmaker 490, sept-okt 2022. Je kunt deze editie bestellen in onze webshop Muziekmagazines.nl. We sturen Musicmaker op zonder verzendkosten.  

Het zou kunnen dat die achternaam u al bekend in de oren klonk. Bob is inderdaad een telg van schrijver en muzikant Nico Dijkshoorn, voorheen onder meer huisdichter van het tv-programma De Wereld Draait Door. Dat de appel niet ver van de boom valt wat betreft eigenzinnig taalgebruik moge duidelijk zijn. Geen raps over de hoeveel bitches, streams en geld hij binnenharkt; deze twintiger rapt over karpervissen, het uitlaten van een Sint-bernard of op de bank een boekje lezen op een winterdag. Maar niet alleen zijn teksten vallen op in het hedendaagse hiphop-landschap. Waar het in dat genre vooral gladde beats, trap en autotune zijn die de vermoeiende klok slaan, horen we hier échte drums, bas, gitaren en synths. Met een hele bak compressie, fuzz en distortion eroverheen bovendien. 

Liefde
‘De liefde voor muziek heb ik overgenomen van m’n pa’, zegt Bob aan de tafel zijn appartement in… juist, Amsterdam Zuid. ‘Hij nam me al vroeg mee naar concerten en er stonden altijd veel gitaren bij ons thuis. Ik ben er jong mee begonnen. Ik luisterde vooral naar de classics, zoals Jimi Hendrix, Stevie Ray Vaughn, Led Zeppelin… Maar ook meer recente bands als The Black Keys en The Strokes heb ik via m’n pa. Hij luistert nog steeds veel naar nieuwe dingen en zegt dan tegen mij: “Luister hiernaar!”

Ik was veertien toen ik in een bandje ging spelen. Jaren lang ging ik elke zondag met twee vrienden repeteren in een schuur diep in de wijlanden van Uithoorn. Het was een bluesband met drums, bas en ik zong en speelde gitaar. We schreven ook eigen nummers. We traden niet vaak op en waren niet super serieus, maar de liefde voor muziek maken is daardoor echt gegroeid. Die zondagen waren mijn favoriete moment van de week. Ik keek er altijd echt naar uit.’ 



Ruwe demo
‘Een paar jaar geleden had ik min of meer voor de gein een hiphop-nummer gemaakt. Ik luister zelf eigenlijk niet zo veel naar hiphop, maar ik vond het interessant om eens een beat te maken met een echte gitaar, bas en een drumcomputer. Rappen leek me ook wel geinig. Ik had tijdens mijn studie aan Academie Artemis al gemerkt dat ik goed ben met tekst. Tijdens die opleiding word je ook veel aangezet tot simpelweg veel dingen maken en dan wel kijken wat het wordt. Vanuit die instelling ben ik ook dat eerste nummer gaan maken. Ik had het op Soundcloud gezet en Tim Knol hoorde het via m’n pa; die twee zijn bevriend. Tim vond het tof een nodigde me uit om bij hem langs te komen in zijn MI5 Studios in Hoorn.

Ik kende Tim toen nog niet zo goed, maar ik had precies in m’n hoofd wat ik wilde. Ik speelde de gitaar die recht de mengtafel in ging met een dikke fuzz erover. Ook speelde ik orgel en drums, waarvan we een loop gemaakt hebben. Dat werd Zuid, m’n eerste single. Vervolgens heb ik het een nummer een jaar op de plank laten liggen, voordat ik het stuurde naar Burning Fik, het hiphop-label van Faberyayo [van De Jeugd van Tegenwoordig, red.] en Abel. Zij vonden het heel tof - juist omdat niet gelikt klonk, bijna als een ruwe demo - en brachten het uit op een mixtape. Dat gaf me zelfvertrouwen en ik dacht: fuck, ik moet meer nummers gaan maken!’ 


MPC
‘Een jaar lang heb ik op m’n kamer gewerkt aan m’n debuutalbum. Ik heb de hele plaat zelf ingespeeld, behalve de drums. Centraal in het schrijfproces staat mijn Akai MPC, de sampler waarmee ik alle demo’s heb gemaakt. Het geeft me zo’n vrijheid om hier thuis aan tracks te werken. Hij ligt hier op de tafel en ik druk m’n gitaren en bas er direct in. Ook heb ik hier een paar synths liggen. Ik werk niet met een laptop, daarmee kun je dingen snel geil laten klinken. Als je een gitaar in stopt in de MPC, is het basic en klinkt het recht voor z’n raap. Niet meer dan dat. Ook wordt je gedwongen om in knoppen te denken, waardoor er meer ruimte is voor willekeurigheid en toeval.

Het duurt lang om de MPC echt helemaal te kennen, maar ik ben gewoon zonder enig idee achter dat ding gaan zitten en aan de slag gegaan. Gaandeweg leerde ik er een beetje mee omgaan. Wanneer mijn bassist - Sam Verbeek; hij heeft er ook een - er mee bezig is, zie ik hem er veel handiger mee zijn. Ik ben er lang niet zo handig mee en doe dingen met een omweg, maar daardoor ontstaan er soms juist ook toffe dingen. In de beat van het nummer Winter zit bijvoorbeeld een versnelde gitaarlick. Dat was eerst gewoon een tamelijk saaie blueslick die ik had ingespeeld, maar door een toeval of een foutje kwam ie er versneld uit. Dat was een coole verassing.’ 

Dit is een extra web-item naar aanleiding van een artikel in Musicmaker 490, sept-okt 2022. Lees het volledige artikel in het papieren blad! Je kunt deze editie bestellen in onze webshop Muziekmagazines.nl. We sturen Musicmaker op zonder verzendkosten.  

zoeken
zoeken