Zes vragen aan Lucky Fonz III

'Nirvana's MTV Unplugged stuurde richting "het Liedje"'

Muzieknieuws 07-04-2022 09:04

Otto Wichers (41), alias Lucky Fonz III, heeft de afgelopen jaren een geheel unieke plek voor zichzelf weten uit te beitelen in het muzikale gesteente, mede door zijn eigenzinnige muziek, ontwapenende performance en sterke teksten. De singer-songwriter bracht op 11 maart zijn zevende album Hemellichamen uit en tourt dit voorjaar langs de Nederlandse poppodia. Hoog tijd voor een nadere kennismaking! 


Wat is je favoriete album aller tijden?
‘Het album dat voor mij het allerbelangrijkste is geweest, is MTV Unplugged In New York van Nirvana. Toen die plaat in 1994 uitkwam, kende ik Nirvana wel, maar dit album was voor mij de “gateway drug”. Het was ook een openbaring. Die plaat heeft één voet in de indierock en één voet in de Amerikaanse folktraditie, waar akoestische instrumenten en de songtekst centraal staan. Niet alleen spelen ze een cover van Lead Belly, maar Cobain’s stem klinkt ook “high and lonesome” zoals in de country van bijvoorbeeld Hank Williams. Tot dan toe luisterde ik alleen naar rock, maar deze plaat stuurde mij richting “het liedje”. Ik wist toen al: dit gaat iets doen in m’n leven.’

Wanneer was je voor het laatst écht dronken?
‘Ik ben niet zo van de dronkenschap. Ik hou meer van high zijn en ben meer into uppers. Als ik dan een favoriet drankje moet kiezen, ga ik voor een kopstootje: een biertje met een jonge jenever. Jenever is trouwens ook meer een upper. Als je wilt dansen, kun je dat beter drinken dan bijvoorbeeld rode wijn.’



Wie is je jeugdidool?
‘Ik had een obsessie met Axl Rose toen ik twaalf was. Ik vond de muziek van Guns ’n Roses heel mooi - Use Your Illusion was de eerste plaat die ik kocht - maar mijn fascinatie had ook een seksuele connotatie. Axl zag er goed uit, bijna als een mooie vrouw. Bijvoorbeeld zoals op de cover van Rolling Stone in 1992, met lang haar, ontbloot bovenlijf en een tepelpiercing. Hij had iets anti-mannelijks, hij droeg ook rokken. Dat androgyne vond ik interessant, want dat herkende ik ook in mezelf. Hij liet me zien dat je als man niet per se alleen maar supermacho en stoer hoeft te zijn.’

Wat is je grootste muzikale miskoop?
‘Ik speel veel mondharmonica, maar dan de diatonische bluesharp, die Bob Dylan en Neil Young ook gebruiken. Op een dag dacht ik - heel naïef - dat ik ook wel een chromatische zou kunnen bespelen, zoals in de western-soundtracks van Ennio Morricone. Maar dat is een compléét ander instrument. Als je in de juiste toonsoort zit, kun je op een bluesharp bijna niet misgaan. Niks daarvan met een chromatische. Hij was ook nog best duur, zo’n 70 euro. Hij ligt nu ergens te verstoffen, want een mondharmonica doorverkopen is een beetje goor.’



Wat is je lievelingsfilm?
‘Ik ben geen enorme filmfanaat, ik lees liever boeken. Als ik een tip mag geven: Muziek van Michel Serres. Een prachtige, filosofische benadering van welke rol muziek vervult in ons leven. Het is het middengebied tussen taal en betekenisloze ruis. Ook zegt hij bijvoorbeeld dat zingen iets heel lichamelijks is. Je zingt vanuit de grond onder je voeten, de energie komt omhoog. Je bent eigenlijk het topje van een vulkaan. Het zet je aan tot nadenken over muziek: wat is het en wat kun je ermee. Sommige mensen houden daar niet van, die willen gewoon alleen spelen wat ze voelen. Voor mij werkt het nadenken over muziek juist inspirerend; het is onderdeel van mijn creatieve proces.’

Wat is je meest gênante backstage-moment?
‘Toen ik op tour was in Australië, speelde ik eens in het voorprogramma van een band genaamd The Beautiful Girls, die uit hele knappe mannen bestond. Zodoende waren er niet alleen hele mooie vrouwen in het publiek, ook backstage. Met een daarvan belandde ik in de badkamer van mijn kleedkamer. Ik had er echter niet bij stilgestaan dat die badkamer ook toegankelijk was vanuit de kleedkamer van het hoofdprogramma. Toen deed de zanger van de The Beautiful Girls opeens de deur open terwijl we tegen de muur aan stonden met onze kleren op de grond. Ik was nog even bang dat hij boos zou worden, maar gelukkig moest hij alleen maar lachen en zei: “Ik heb niks gezien.”’


zoeken
zoeken