Zes vragen aan Mario Goossens

'Toewijding aan je werk, dát is succes'

Muzieknieuws 16-07-2020 16:44

Mario Goossens (48) kennen we vooral als drummer van de Belgische rockformatie Triggerfinger. Hij is ook een zeer productieve songwriter en producer, die naast nummers voor andere artiesten ook veel muziek voor films en televisie maakt. In zijn nieuwste band Sloper deelt hij het podium met Nederlandse drumbaas Cesar Zuiderwijk en hun debuut-EP brachten zij afgelopen mei uit (zie blz. 61 voor een recensie). Hoog tijd voor een nadere kennismaking met de mens achter dit drumicoon!

Wat is je favoriete tankstation-snack?
‘Zodra wij een optreden in Nederland hebben en met de camionette de grens over rijden, roepen wij altijd met z’n allen in koor: “Kroketten!” Het is een fijne - zij het ietwat ongezonde - traditie om dan zo snel mogelijk een tankstation op te zoeken en dan een kroket, frikandel of gehaktstaaf, bedolven onder de saus, te verorberen. Ik denk dat dat voor meerdere Belgische bands geldt. Al moet ik zeggen dat de kwaliteit van de waar de laatste jaren wat af lijkt te nemen.’

Wat is je favoriete album aller tijden?
‘Dat is een onmogelijke vraag, want dat kan van dag op dag, zelf van moment op moment, veranderen. Maar het zal iets moeten zijn van Roxy Music. Brian Ferry is een ultiem goede zanger. Veel mensen zullen van mij als drummer van Triggerfinger misschien iets ruigers verwachten, maar ik hou zelf het meest van popmuziek met een rock & roll-randje. Talk Talk, The Flaming Lips en Depeche Mode horen daar voor mij ook bij.’



Wat is je favoriete alcoholische versnapering? 
‘Ik ben niet zo’n bierdrinker. Ik hou heel erg van champagne, cava en prosecco. En van rode wijn, vooral uit Portugal! Ik heb inmiddels ook een verzameling aangelegd van mooie flesjes en heb me er een beetje in verdiept; uit welk jaar je bepaalde wijnen moet drinken en hoelang je moet wachten met het openmaken van bepaalde flessen. Dat hoort een beetje bij ouder worden, denk ik.’

Wie is je jeugdheld? 
‘Cesar Zuiderwijk was toch wel mijn eerste echte drumheld. Toen ik hem op mijn twaalfde zag drummen, was dat een ware openbaring. Het is ook zo tof om nu met hem in een band te zitten. En we kunnen het heel goed met elkaar vinden. Onze vrouwen ook. Edwin Rutten was door de Film van Ome Willem ook een held. Niet alleen omdat hij ook drumde. Die Nederlandse ondeugendheid, daar smulde ik van. “Lust je een broodje poep?”, dat durfden wij vroeger echt niet te zeggen!’



Tips voor een goede muziekdocumentaire? 
‘Ik vond The Wrecking Crew van Denny Tedesco geweldig. En Quincy, de docu over Quincy Jones van Alan Hicks en Rashida Jones. De artiesten waar ik tegen opkijk, zijn die personen die altijd bezig zijn, keihard werken en maar blíjven creëren. Als er soms iets bij zit dat minder geslaagd is... tja, dat kan. “Kwaliteit” is iets heel subjectiefs. Tien keer de Ziggo Dome of het Sportpaleis vullen, dat is zeker leuk. Maar de toewijding aan het werk en de mogelijkheid tot creëren, dat betekent voor mij wérkelijk succes.’

Wat is je meest gênante podiummoment? 
‘We speelden met Triggerfinger op een festival in Frankrijk en aan het eind van een drumsolo ging ik op mijn drumkruk staan. Toen ik voorover bukte, scheurde ik compleet uit mijn broek. We sluiten onze optredens altijd af met een buiging met z’n drieën vooraan op het podium en toen moest ik nog eens een walk of shame doen met mijn broek aan flarden en mijn bezwete onderbroek vol in het zicht.’




Het hele interview met Mario lezen en nog heel veel andere interessante artikelen voor muzikanten doorspitten? Bestel Musicmaker #477, juli/augustus 2020 (tot 10 september zonder verzendkosten én zonder verplichtingen) hier!  

zoeken
zoeken