Musicmaker North Sea Jazz dagverslagen - Dag 2 - za 9 juli 2016

Muzieknieuws 09-07-2016 14:07

De tweede dag van het altijd weer inspirerende North Sea Jazz Festival in Rotterdam. Verslag van ons Musicmaker-team!

door Kevin Pasman, Patrick Lamberts, André Dodde - foto's door Dennis Boxem e.a.

We klommen aan het begin van de dag meteen naar de Volga-zaal waar Mark Schilders het publiek muisstil kreeg. Vanaf de eerste klanken van zijn Fabrik is de zaal in sprakeloze betovering. En dat is ook wel nodig, want het volume is soms zo laag dat je de Belgische gitarist Bert Cools zijn pedalen kunt horen intrappen. Mark Schilders' Fabrik is in alle opzichten een atypisch project voor een drummer. Natuurlijk zet Schilders met zijn onvoorspelbare accenten de nummers kracht bij, maar het gaat vooral om de dromerige, haast soundscape-achtige melodieën en opvallend kalme improvisaties. Als Schilders zelf een Telecaster ter hand neemt en met Cools prachtige tweestemmige - of door de loopers van laatstgenoemde zelfs driestemmige - gitaarlijnen in elkaar vlecht, zou je bijna helemaal vergeten dat de bandleider een drummer is. Indrukwekkend!

Steven Wilson
Vervolgens vlogen we rap naar beneden voor vreemde eend in de North Sea-bijt: Steven Wilson. De Britse multi-instrumentalist, zanger en producer staat in deze riante Maas-hal geprogrammeerd. Raakvlakken met jazz heeft zijn muziek wel, maar er zijn minstens zoveel invloeden uit pop, industrial en metal. Er komt dan ook een stuk steviger geluid van het podium dan bij de gemiddelde North Sea Jazz-act. Of de duistere en soms loeiharde riffs van nummers als Ancestral en Porcupine Tree’s industriële Sleep Together veel mensen afschrikken? Waarschijnlijk niet. Er lijken vooral kenners en fans naar de tegendraadse Wilson te zijn gekomen en die krijgen wat ze mogen verwachten: een fraai quadrafonisch geluidsysteem dat de volle ruimte vult en een groot beeldscherm dat kunstig geschoten beelden toont en de nummers van Wilsons meest recente soloalbums Hand. Cannot. Erase. en 4 1/2 ondersteunen. Tijdens het donkere/jazzy Don’t Hate Me vertaalt gitarist Dave Kilminster (Roger Waters) de originele saxofoonsolo op overtuigende wijze naar een gitaarsolo. En toetsenist Adam Holzman, ooit in dienst van Miles Davis, floreert tijdens het instrumentale Regret #9. De groep aanhangers is weer overtuigd van Wilsons kunnen en zijn multimediaspektakel. Wellicht is er ook een enkel zieltje bij gewonnen, maar veel zullen dat er niet zijn. Daarvoor is de dynamische set van Wilson waarschijnlijk iets te extreem.

Steven Wilson en Dave Kilminster

Jacob Collier
Deze zeer jonge Londenaar voegt een heel nieuwe dimensie toe aan het genre van de one-man-band. Er staat een complete bandopstelling op het podium (twee synths, contrabas, drums, akoestische gitaar) waarmee Jacob Collier soepel en inventief met gebruik van loops zeer funky muziek neerzet. Op een groot scherm achter hem worden zijn bewegingen achter de verschillende instrumenten ook geloopt, zodat daar soms vijf Jacobs tegelijk staan te spelen (zei foto bovenaan dit artikel). Jacob opent met Stevie Wonders Don’t You Worry Abouy A Thing, maakt het opteden daarna heel klein met een nummer op akoestische gitaar, om daarna steeds virtuozer uit te pakken, waarbij de complexe stemharmonieën, die hij maakt door zijn stem door een synth te sturen, een grote en soms wat overdadige rol opeisen. We zijn erg benieuwd naar de techniek achter zijn opstelling, want dat moet aardig wat denkwerk gevergd hebben.

 

Jacob Collier

Con Brio
Ziek McCarter is de enige serieuze concurrent voor Vintage Trouble's Ty Taylor als meest aanstekelijke frontman van het festival. Maar Con Brio is meer dan een overtuigende frontman en de tweelingbroer van Borat op toetsen. De band verdient eigenlijk nog wel een groter podium dan de Mississippi, want het publiek dat komt kijken is binnen de kortste keren aan het dansen. De zevenkoppige band uit San Francisco heeft naast McCarter nog wat geheime wapens. Een explosief blazersduo, het subtiele, maar o zo funky baswerk van Jonathan Kirchner en de funky slaggitaar en hartstochtelijke wah-solo's van Benjamin Andrews zijn allemaal onmisbaar voor deze aanstekelijke mix van soul, rock, funk en pop. In het najaar komt de band terug naar Europa. Wie Con Brio nu gemist heeft, moet dan maar eens gaan luisteren naar topsongs als Free & Brave en Hard Times.

Jungle By Night
Jungle By Night is allang geen ‘sympathieke jongehondenband’ meer, maar is helemaal volwassen geworden. Met autoriteit, souplesse en heel veel spelplezier pakken ze ‘t publiek volledig in. De veelal Afrikaans geïnspireerde muziek heeft meer invloeden uit hiphop, filmsoundtracks en andere delen van de wereld gekregen en dat geeft Jungle By Night een eigen sound. De Roland Juno-synth van Pyke Pasman is hiervoor een perfecte toevoeging. De meeste aandacht gaat vanzelfsprekend uit naar de drie blazers vooraan, maar juist de dragende rol van drummer Sonny Groeneveld en bassist Peter Peskens (op een short scale Fender Mustang) geeft de band zijn onweerstaanbare groove.

A Jazz/Funk Bass Summit with Verdine White & Ron Carter
Hoewel het een vreemde gewaarwording blijft om Verdine White stil te zien zitten, maakt zijn enthousiasme over de bas en de plaats daarvan in de muziek van de zogeheten Jazz/Funk Bass Summit zeer vermakelijk. "De eerste elektrische bas is gemaakt in 1951, mijn geboortejaar. In het jaar dat Charlie Chaplin geboren werd, werd de eerste Kodak-film uitgevonden. I'm just saying", zegt hij gekscherend. Of misschien meent hij het wel. Ron Carter - bouwjaar 1937 - is rustiger, maar minstens zo inspirerend. Met groot wederzijds respect praat het duo over hun geschiedenis met het instrument, hun aanpak en de problemen van het opnemen van de bas. Volgens Carter heeft de onwetendheid van studiotechnici de opmars van de elektrische bas flnk vertraagd. Helaas was na drie kwartier de tijd om. De heren gaven de indruk nog makkelijk een uur door te kunnen praten.

De Raad van Toezicht
Deze band, vers afgestudeerd aan het conservatorium van Arnhem, staat twaalf man sterk op het podium. Dat ziet er al indrukwekkend uit, vooral omdat beide toetsenisten regelmatig van plaats wisselen, net als de drummer en de percussionist, terwijl de tenorsaxofonist net zo makkelijk de bas overneemt. Met daarnaast nog viool en vier blazers, biedt deze formatie genoeg klankleuren om swingende jazz(-funk) à la Pat Metheny en Snarky Puppy neer te zetten. Een workshop van de laatste op het conservatorium in Arnhem was dan ook de directe aanleiding voor de oprichting van De Raad van Toezicht. 

Donny McCaslin Group
Even later vinden we zo’n beetje de hele Raad van Toezicht op de voorste rij bij de Donny McCaslin Group, compleet uitfreakend op de waanzinnige muziek van dit kwartet dat extra bekendheid verwierf  met het begeleiden van David Bowie op Blackstar. Het is aan Zach Danziger de niet geringe taak Mark Guiliana te vervangen. Hij is op tour met John Scofield en Brad Mehldau en gaan we morgen nog zien. Het gaat Danziger goed af. Meteen in het eerste nummer gaat het loos. Het is keihard werken voor hem om de uitgestrekte patronen van toetsenist Jason Lindner en saxofonist Donny McCaslin die met de minuut naar een heviger climax toewerken, steeds van de juiste dosering te voorzien. Hij staat áán! Ook Bowie komt voorbij. Ze spelen Warszawa van het album Low, en doen één track die ze speelden met Bowie en niet op Blackstar terecht is gekomen. In het slotnummer Fast Future krijgt Danziger ook nog eens helemaal aan het eind een solo over vamp, die hij in drie minuten naar een enorm hoogtepunt toewerkt. Uitgeput verliet hij het pand…

Hiatus Kaiyote
De Australische band Hiatus Kaiyote stond in 2013 ook op North Sea Jazz en mag het laat op de avond in de Darling dunnetjes overdoen. De muziek wordt wel ‘future-soul’ of ‘multi-dimensional polyrhythmic gangster shit’ genoemd en is twee keer voor een Grammy Award genomineerd. Onze aandacht is getrokken. Er is echter weinig animo voor de band met de excentrieke Noami ‘Nai Palm’ Saalfield op zang en gitaar. Helemaal van de grond komt de relatief drukke mix van soul, funk, jazz en electro ook niet op dit late uur. Zangeres Nai Palm smeekt om een beetje liefde na een wat ingehouden reactie uit het publiek. Als dan vervolgens haar gitaar wegens een technisch mankement aan de kant wordt gehaald en het geluid het ook niet haalt bij de uiterst knap geproduceerde platen (Tawk Tomahawk, Choose Your Weapon en Recalibrations Vol.1) lijken de ‘Ozzies’ gewoon een wat ongelukkige dag te hebben. Zonde dat een band die een heel kleurrijk palet aan geluiden tot z’n beschikking heeft op deze manier flets overkomt. De volgende keer komt de band vast een stuk feller uit de verf.

 

Hiromi: The Trio Project met Simon Phillips
De Japanse pianovirtuoze Hiromi wordt in haar jazzsprookje de laatste jaren begeleid door een ijzersterke - en veel oudere - ritmesectie. Allereerst is daar Simon Phillips. En wat moeten we nog over hem zeggen? Dat hij de meest verzorgde drumsound van het hele festival heeft? Dat hij niet alleen ritmisch ijzersterk is, maar ook de vingervlugheid van Hiromi bijna melodisch ondersteunt? De pianiste geeft zelfs nota bene aan dat Wonderland is ontstaan uit haar fascinatie voor Phillips' Octobans. Anthony Jackson is de bassist die zijn mond het meest fanatiek met de muziek meebeweegt. En dan valt er nogal wat te bewegen, want de partijen van zijn Fotera Presentation II contrabasgitaar - met opvallend diepe klankkast - bevatten véél noten. En toch klinkt het heel groovy. 

Hiromi

Earth, Wind & Fire
We hebben medelijden met alle artiesten die tegelijk spelen met Earth, Wind & Fire. Veel ruimte was er namelijk niet meer over in de megagrote Nile, goed voor 10.000 m/v. En het publiek krijgt precies waarvoor ze gekomen zijn: een set met alle grote discohits die de band scoorde. De muzikanten zijn uitstekend en kwijten zich zeer professioneel van hun taak, maar die professionaliteit zorgt er ook voor dat de gezapigheid en de voorspelbaarheid constant op de loer ligt. Als het geheel van wat meer pit wordt voorzien, ligt dat vooral aan gitarist Morris O'Connor en drummer John Paris. Vooral laatstgenoemde lijkt af en toe echt moeite te moeten doen om zich in te houden. Zanger Phillip Bailey wisselt schijnbaar willekeurig opvallend sterk gezongen passages af met pijnlijk matige momenten en daar lijkt de toonhoogte weinig tot geen invloed op te hebben. Maar het voornaamste doel van Earth, Wind & Fire, een meezing- en dansfestijn, is gehaald. Met gemak.


zoeken
zoeken