Musicmaker North Sea Jazz dagverslagen - Dag 1 - vrijdag 8 juli 2016

James Hunter, The Roots, Vintage Trouble, Snarky Puppy, en vele anderen

Muzieknieuws 08-07-2016 21:07

Pers 25.000 mensen in Ahoy, verdeel ze over 13 podia en laat ze genieten van de muziek van meer dan 1000 muzikanten. Dat is North Sea Jazz. Drie dagen lang, 8-10 juli 2016, met in totaal 150 optredens. Wij zijn erbij en doen verslag! Van Snarky Puppy tot James Hunter, van The Roots tot Vintage Trouble.

door André Dodde, Patrick Lamberts, Kevin Pasman, Dick de Waal, Erk Willemsen - foto's Dennis Boxem e.a.


Het festival beginnen met een dj-set van Questlove. Dat kan slechter! Bijna aandoenlijk hoe de man twintig minuten te laat door het publiek op het zonnige Tigris-dak met een bak vol platen komt aangesjokt. Bij de eerste beats wordt er door Questlove druk aan de knopjes van het mengpaneel gedraaid, zoals het een ware dj betaamt. Zelfs het penetrante testbeeld-geluid gaat er in als koek bij
de steeds groter wordende crowd. Op de setlist: Superman Lover, Why Can't We Be Friends, California Soul. Uiteraard wat Stax. Bowie's Fame. Sign Of The Times. Back In Black. Alles hooguit één minuut. Prince-nummers krijgen een duidelijk speciaal plekje: Kiss wordt praktisch integraal gedraaid. De kleine man uit Minneapolis is via Questlove nog even terug op North Sea. Veel beats vooral, slim wordt het laag en hoog nu en dan uit de mix geweerd; het blijft natuurlijk een drummer. En wat voor één, laten we wel wezen. Streng kijken naar afwisselend de laptop en draaitafels, dat lijkt hier vooral belangrijk, contact met het publiek is secundair. Met een Nina Simone-plaat in de hand, gaat het op naar de volgende gig. Leuk om van dichtbij mee te maken, maar we kunnen niet wachten tot ie aftikt met de rest van The Roots.


The Roots
Tienduizend man in de Nile-zaal staan trappelend te wachten. In een tomeloze rollercoaster van eigen werk en wederom een paar briljante covers (o.a. Sweet Child O' Mine), zorgen Questlove en de overige Roots voor een onvergetelijk feestje. De groove is groter dan groots, maar het lijkt Questlove enorm weinig moeite te kosten. Wat een beest. 
Bij het snarenduo vallen twee dingen op. De gitaar van Captain Kirk Douglas krijgt in de oude nummers van de band nieuwe glans, maar nog opvallender is dat bassist Mark Kelley steeds meer uit de schaduw stapt. In The Next Movement krijgt hij zelfs een bassolo, maar ook als hij zich tot de grooves beperkt staat hij meer op de voorgrond dan ooit. Douglas krijgt later in de set zijn gitaarheldenblok, waar onder meer Guns 'n' Roses-klassieker 'Sweet Child O' Mine' onderdeel van uitmaakt. Een hoogtepunt is ook het eclectische intermezzo op twee samplepads, met weer veel citaten uit Prince-nummers. Geniaal én swingend!

Snarky Puppy
Terug naar het begin van de dag, waar Snarky Puppy voor een briljante opening van het programma in de Maas-zaal (normaal gesproken het Sportpaleis) zorgt. 
Het collectief uit New York begint dit twee uur durende optreden in een uitgebreide bandopstelling van drums, percussie, bas, drie gitaren, drie toetsenisten en twee blazers. Dat is inderdaad behoorlijk uitgebreid, maar door de grote banddiscipline klinkt het nooit te druk. Hoogtepunten zijn een prachtig piano-intermezzo van Bill Laurance en fabuleuze Moog-spel van Cory Henry. Toch is het muzikale kunnen van de bandleden niet wat Snarky Puppy het meest onderscheidt. Juist omdat bandleider/bassist Michael League ervoor zorgt dat iedereen altijd in dienst van de compositie speelt en het ‘bandgevoel’ en het spelplezier van het podium stralen, bereikt de band een breder publiek.

Plus het Metropole Orkest
Na een klein uur komt het voltallige Metropole Orkest het podium op. Michael League maakt van de ombouwtijd gebruik om Kytemans Kytopia nog eens te bedanken voor de tijd die Snarky Puppy daar kreeg om het album We Like It Here op te nemen en wat leidde tot de samenwerking met het Metropole Orkest op Sylva. Voor de vijfde keer ooit wordt nu dit album uitgevoerd. Het klinkt filmisch en vol, maar ook stuwend en levendig. Naast Snarky Puppy krijgen de solisten van het Metropole Orkest alle ruimte en vooral trombonist Bart van Lier maakt het publiek, dat moeiteloos twee uur lang geboeid blijft, uitzinnig. 

Michael League
De clinic van Snarky Puppy's Michael League na het concert is eigenlijk meer een vragenuurtje. Dat klinkt niet zo aantrekkelijk misschien, maar de Amerikaan kan zo vermakelijk vertellen dat de tijd omvliegt. Daarnaast heeft hij een frisse kijk op muziek maken. Zijn Fender Precision pakt hij alleen aan het einde erbij om te illustreren hoe hij als bassist de sfeer van de muziek kan bepalen; door het publiek een majeur drieklank te laten zingen, laat hij horen hoeveel kleuren hij met zijn bas aan dat akkoord kan geven. Verder is het interessant om te horen hoe de 'kerkindustrie' van Texas voor zijn inkomsten en muzikale netwerk heeft gezorgd; hij heeft zelfs in een kerk met Roy Hargrove's RH Factor opgetreden. Ook vermakelijk: League noemde zijn band ooit Snarky Puppy in de veronderstelling dat de groep er na het eerste optreden toch mee zou ophouden.

 

Cory Henry 
Voorafgaand aan het optreden hebben we Cory Henry, de briljante toetsenist van Snarky Puppy, al uitgebreid gesproken. Hij vertelde over touren, produceren, de energie die je van het publiek krijgt en natuurlijk over zijn liefde voor de Hammond. Zondag speelt hij op North Sea Jazz met zijn eigen The Funk Apostles. In Musicmaker binnenkort het interview! 
 


Kamasi Washington & Metropole Orkest
Kamasi Washington is al net als Snarky Puppy een jazzartiest die een heel nieuwe lichting muziekliefhebbers aanspreekt, ook buiten de jazzscene om. Zijn 3LP The Epic is met bijna drie uur aan muziek daadwerkelijk een epische luisteronderneming en op de planken pakt de saxofonist uit met het Metropole Orkest (ze hebben het er maar druk mee op de eerste dag van deze editie) en het ZO! Gospel Choir. Onder het mom ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugd’ klimt ook Thundercat, die kort ervoor een solo-optreden gaf in de Darling, het podium in de Maas-zaal op om een aantal nummers mee te spelen. Evenals Kamasi Washington’s vader, Rckey, die onder meer een geweldig gevoelige bijdrage levert op fluit tijdens het verlengde outro van Henrietta Our Hero, opgedragen aan Washington's oma. Het technische gedeelte verloopt minder vlekkeloos dan bij Snarky Puppy. Er lijkt vooral een microfoonprobleem te zijn. Zo zijn veel van Washington’s aankondigingen niet (duidelijk) te horen, maar heel problematisch is dat ook weer niet en zeker het tweede deel van de set is een lust voor de zintuigen.

Jameszoo Quintet
Mitchell 'Jameszoo' van Dinther is al een tijdje actief in de Nederlandse dj/producerscene, maar maakte onlangs een enorm statement met zijn briljante plaat Fool. Materiaal daarvan voert hij op NSJ met verve uit in een geweldig spelende formatie met de waanzinnig solerende toetsenist Niels Broos, de ruige baspartijen van Frans Petter Eldh, saxofonist André Roligheten en de Engelse drummer, bekend van Jose James, Richard Spaven, die heel precies gedoseerd de continu wisselende ritmische structuren inleidt, zonder fratsen, heel leeg gehouden, soms naar drum 'n' bass neigend, maar meestal heel eigen. Jameszoo doet de sounds en leidt de band. En af en toe grijpt hij naar de microfoon voor zijn tongue-in-cheek zangpartijen. 


Vintage Trouble
Zou er zoiets bestaan als hard soul? Een betere term is er namelijk niet voor de combinatie van Ty Taylor's gospelachtige presentatie en Nallie Colt's onbescheiden Les Paul-geluid. Taylor windt het publiek in no time om zijn vinger en daarmee opent Vintage Trouble het grote Nile-podium met verve. De sound van de band is nostalgisch en tijdloos tegelijk en Colt's Black Crowes-achtige riffs en hartstochtelijke solo's zijn zeer de moeite waard. Richard Danielson's drumwerk is rechttoe-rechtaan, maar heel krachtig. Enig kritiekpuntje is dat het trucje van het nummer opnieuw beginnen als het over lijkt te zijn na een aantal keer wel mooi is geweest, maar zelfs dan is Vintage Trouble een echte aanwinst voor het festivalcircuit.

James Blake
North Sea Jazz heeft zoals elk jaar een paar opvallende boekingen. Een aantal daarvan mag plaatsnemen op het Maas-podium in de grootste zaal van North Sea Jazz. Zo ook James Blake, die met een imponerende en overwegend duistere synthesizersound (met flink lage bastonen) en bijna huilerige zang een dromerige wolk muziek weet te produceren. Blake is qua zang in uitstekende vorm en ook gitarist Rob McAndrews valt op met zijn vele samples. Hij benadert z’n gitaar niet als een traditioneel snareninstrument, en slagjes of riffs komen er bij hem dan ook nauwelijks aan te pas. Samen met Blake weeft hij dikke tapijten van weelderig delays, echo’s en chorussen. De moderne muziek lijkt niet voor iedereen weggelegd, want naarmate het concert verstrijkt, loopt de grote zaal opvallend leeg. Wellicht heeft het te maken met de statische podiumpresentatie en het gebrek aan groove en swing in de muziek. Aan de muzikanten ligt het in elk geval niet, want hun zorgvuldig uitgedachte geluid komt verder prima uit de verf en weet even een heel andere (dromerige) sfeer te creëren op deze eerste dag van North Sea Jazz 2016.


Rag‘N’Bone Man
Een van de grote verrassingen is Rag‘N’Bone Man, die zelf ook enorm staat te genieten van de ontvangst van zijn rock/soul/popmuziek in de Congo-tent. De uit Brighton afkomstige zanger Rory Graham heeft de strot van Bill Withers, maar in tegenstelling tot Withers bedient deze club relatief jonge welpen, die onlangs de plaat Wolves uitbrachten, zich niet alleen van soul en r&b, maar ook van een scheutje rock. De sound klopt als een bus en daarnaast zijn de liedjes pakkend. Zelfs de melodieën van nog niet uitgebracht materiaal slaat meteen op de heupen en claimen een plek in je langetermijngeheugen. Het zou ons dan ook niets verbazen als Rag‘N’Bone Man een mooie toekomst te wachten staat en zowel omarmd gaat worden als nieuwe radiolieveling, maar ook als een favoriet bij kritische muziekjournalisten.

Thundercat
Basvirtuoos Steve 'Thundercat' Bruner verleende zijn diensten aan hiphopster Kendrick Lamar, queen of neo-soul Erykah Badu en thrashmetalband Suicidal Tendencies. Onder zijn eigen naam (vooruit, artiestennaam) maakt hij vrij abstracte jazzfusion met dromerige melodieën, funky grooves en zeer drukke improvisaties met drummer Justin Brown. Dat klinkt alsof het geheel ieder moment in elkaar kan vallen, maar wonderwel blijven de nummers overeind. Brown is een geweldenaar met zijn krachtige, intuïtieve stijl en Thundercat zelf lijkt soms wel twee bassisten in één. Dat rechtvaardigt dan ook de zes snaren op zijn Ibanez signature hollowbody en zijn arsenaal aan effecten. Vooral octavers lijken in de smaak te vallen bij de Amerikaan.


Buddy Guy & Quinn Sullivan
79 jaar jong is blueslegende Buddy Guy en hij is er blijkbaar nog lang niet klaar mee. En toch wordt hij in een Battle of the Strats bijna afgetroefd door de 17-jarige Amerikaan Quinn Sullivan. Het zal de bewijsdrift van de jonge gitarist tegenover de ruim vijf decennia aan ervaring van Buggy Guy zijn, maar bij laatstgenoemde is de urgentie er een beetje uit. Het lijkt af en toe een 'moetje'. Hij vraagt Sullivan om zijn imitaties van onder meer Hendrix en Clapton te laten horen. Hij speelt te clean voor de eerste en te rockend voor de laatste, maar dat we met een talent te maken hebben is duidelijk.

The James Hunter Six
James Hunter bracht zijn laatste album uit op het fameuze Daptone Records en is goede vrienden met Van Morrison. Met een band bestaande uit drums, contrabas, Hammond, tenor- en baritonsax , speelt zanger/gitarist James Hunter authentieke rhythm & blues. James Hunter plugt zijn Gibson Les Paul rechtstreeks in zijn Vox AC30, maar weet desondanks een heel scala aan verschillende geluiden uit zijn gitaar te halen. Ouderwets vakmanschap! Zijn solo’s zijn puntig en priemend en zijn stem is verrassend soepel met een groot bereik. Voorbeelden als Little Willie John of een vroege Ike Turner schieten ons te binnen. Het is dat James Hunter in de aankondigingen tussen de nummers met zijn nogal aanwezige Engelse accent de magie verbreekt, maar anders hadden we ons een uur lang in een Amerikaanse nachtclub in begin jaren zestig gewaand.

Re:Freshed Orchestra
Een strakke, goed bedachte en vooral echt spectaculaire set. Vijftien man op het podium verzorgden op deze vrijdagavond een ongekend frisse sound, waarbij het adjectief 'vrolijk' een compleet nieuwe dimensie kreeg. Niet alles hoeft in vieren, zo blijkt uit de sexy slepende zesacgtste feels met een even 'six feet under' diepe sound, die drummer Rick van Wort met razendvenijnig hihatwerk en dikke pulses gebruikt, om de rest van deze superband naar grote hoogten te duwen. Wat een feest ook dat de dwarsfluit en cello een plek krijgen. Out with the old, in with the new. Het positieve woord wordt hartelijk welkom geheten in Rotterdam en verdient alle denkbare lof. 'Anything is possible, nothing is impossible.' Dit soort positivisme is wat de wereld nodig heeft.


 

Pharrell Williams
Natuurlijk, Pharrell Williams en zijn danseressen trekken alle aandacht bij het slotconcert van de eerste dag, maar de muzikanten die de wereldster begeleiden zijn uitstekend. Brent Paschke heeft duidelijk geluisterd naar de funky slagjes van Prince en mede-Stratman Nile Rodgers en zodra bas- en synthesizerman Dwayne Moore zijn Warwick Streamer ter hand neemt, staat het volledige geraamte van Ahoy mee te trillen. Het is drummer Darrell Robinson die tijdens het optreden de meeste lof krijgt van Williams en het moet gezegd: hij past uitstekend bij de hiphop en moderne r&b die nog even een dampend dansfeest van de Nile maakt.

 

zoeken
zoeken